What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.1 - Elektrische stroom
4.1 - Spanning en stroom
Als we het hebben over het onderwerp
Elektriciteit
, dan zijn er 2 belangrijke onderdelen waar we mee werken:
Spanning (in Volt)
Stroom (in Ampere)
Om enigszins te begrijpen wat het verschil is, kun je de stroomkring vergelijken met een waterkringloop.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.1 - Spanning en stroom
Als we het hebben over het onderwerp
Elektriciteit
, dan zijn er 2 belangrijke onderdelen waar we mee werken:
Spanning (in Volt)
Stroom (in Ampere)
Om enigszins te begrijpen wat het verschil is, kun je de stroomkring vergelijken met een waterkringloop.
Slide 1 - Slide
De stroomkring
Hiernaast een simpele
uitleg over hoe een
stroomkring werkt.
Slide 2 - Slide
Het atoom
Om te begrijpen welke
'deeltjes'
er zorgen voor het transport van elektrische stroom, moet je iets weten over de bouw van de stoffen.
"Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof met nog steeds dezelfde stofeigenschappen".
Slide 3 - Slide
Het atoom (2)
Iedere stof is opgebouwd uit
moleculen
. Moleculen zijn weer
opgebouwd uit
atomen
.
elektron
kern
Slide 4 - Slide
Het atoom (3)
De kern bestaat uit protonen en neutronen.
Om de kern draaien elektronen in baantjes
rond. Deze elektronen kunnen 'losschieten'.
Een elektrische stroom ontstaat als er
vrije elektronen
door een stroomkring kunnen bewegen.
Metaal heeft veel vrije elektronen.
Slide 5 - Slide
Werking Batterij
Hiernaast een simpele
uitleg over hoe een batterij
werkt. Bekijk de video.
Een batterij is eigenlijk een kleine chemische fabriek waar elektrische energie opgewekt wordt.
This video is no longer available
Welke video was dit?
Slide 6 - Slide
De stroomkring
In een stroomkring heb je dus een spanningsbron (of voeding) nodig. Verschillende voorbeelden zijn:
Batterij (1,5 - 9 Volt)
Dynamo (6 Volt)
Generator (115 - 230 Volt)
Netspanning (230 Volt)
Slide 7 - Slide
Een stroomkring
In een
serieschakeling
staan alle apparaten in 1 stroomkring.
Door de schakelaar te
sluiten, gaat de lamp
branden.
Slide 8 - Slide
Een stroomkring (2)
Als er een te grote stroom door de draden gaat, of er is kortsluiting, dan zal de smeltveiligheid doorbranden.
De stoomkring wordt
onderbroken waardoor de
draden niet te warm
worden.
Slide 9 - Slide
Stroommeter /
ampèremeter
Om de hoeveelheid stroom (Ampère) te kunnen meten moet je een stroommeter (Ampèremeter)
in de stroomkring
plaatsen.
De ampèremeter is
in serie geschakeld
in
de stroomkring.
Let op het meetbereik!
Slide 10 - Slide
Aparte stroomkringen
Elektrische apparaten thuis zijn allemaal
parallel
geschakeld. Parallel geschakeld betekent dat ieder apparaat zijn
eigen stroomkring
heeft.
In het voorbeeld hiernaast heeft iedere lamp
zijn eigen stroomkring met de batterij.
Slide 11 - Slide
Aparte stroomkringen (2)
In de afbeelding zie je een parallelschakeling met 4 aparte stroomkringen. In Binas kun je de betekenissen van de symbolen vinden.
1 = Batterij
2 = LED
3 = Elektromotor
4 = Condensator
5 = Voltmeter
Slide 12 - Slide
De spanningsmeter / Voltmeter
Om
elektrische spanning
te meten gebruik je een
spanningsmeter
of
Voltmeter
. De spanning wordt dus aangegeven in
Volt
.
Een spanningsmeter wordt altijd
parallel
aangesloten.
Spanning meten Spanning meten
over
een batterij
over
een weerstand
Slide 13 - Slide
Zelf bouwen
Je kunt zelf een stroomkring bouwen met een applet. Hieronder zie je de link staan naar de applet.
https://phet.colorado.edu/sims/html/circuit-construction-kit-dc/latest/circuit-construction-kit-dc_nl.html
Slide 14 - Slide
Zelf bouwen (2)
Je kunt met deze applet zelf stroomkringen bouwen.
Je kunt een serieschakeling bouwen met 3 lampjes.
De stroommeter kun je
overal
IN
de stroomkring
plaatsen.
Stroomsterkte (I) = 0,30 A
Slide 15 - Slide
Zelf bouwen (3)
In een
serieschakeling
geldt dat de stroomsterkte
overal even groot
is.
Er geldt:
I (totaal) = I(lampje 1) = I(lampje 2) = I(lampje 3) = 0,30
Ampère
.
Met andere woorden: I (tot) = I1 = I2 = I3
Slide 16 - Slide
Zelf bouwen (4)
Je kunt ook een parallelschakeling bouwen met 3 lampjes.
De stroommeter kun je overal
IN de stroomkring plaatsen.
Stroomsterkte (I) = 2,70 A
Maar bij lamp 1 is dit 0,90 A
En bij lamp 2 is dit 0,90 A
En bij lamp 3 is dit 0,90 A
Slide 17 - Slide
Zelf bouwen (5)
In een
parallelschakeling
geldt dat de stroomsterkte
wordt verdeeld over alle lampjes.
Er geldt:
I (totaal) = I(lampje 1) + I(lampje 2) + I(lampje 3) =
2,70 A = 0,90 A + 0,90 A + 0,90 A
Met andere woorden: I (tot) = I1 + I2 + I3
Slide 18 - Slide
Apparaten thuis
Alle apparaten in huis zijn parallel geschakeld.
Dit betekent dat ieder apparaat zijn eigen stroomkring heeft!
De stroomsterkte van alle apparaten moet je bij elkaar optellen.
Voor de veiligheid zijn er dus meerdere 'groepen' in de meterkast aangebracht waar apparaten op aangesloten worden.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
4.1 - Stroomkringen
October 2021
- Lesson with
16 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Elektriciteit - werken met een simulatie - zelfstandig
November 2024
- Lesson with
46 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Stroomkring
May 2024
- Lesson with
37 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Oefenen met de simulatie
March 2022
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
§4.1 stroomkring
February 2021
- Lesson with
16 slides
Nask / Techniek
Voortgezet speciaal onderwijs
H4 Schakelingen 4.1 schakelschema
October 2023
- Lesson with
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Les 1
January 2022
- Lesson with
25 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
3.4 Elektrische stroom
October 2023
- Lesson with
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2