Paragraaf 4 De productie van behang

§2.4 de productie van behang
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.4 de productie van behang

Slide 1 - Slide

Wat is productie?

Slide 2 - Slide

Productie in bedrijven.
  • is gericht op de behoeften van afnemers (klanten/consumenten)
  • wordt betaald door de afnemers

Slide 3 - Slide

Betaalde productie
Wat bedrijven doen of maken tegen betaling

Slide 4 - Slide

Productiefactoren

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Productiefactoren 

Slide 7 - Slide

Kapitaalgoederen
hulpmiddelen bij de productie in bedrijven.

Voorbeelden: machines, gebouwen, voertuigen, huisvesting etc. 

Deze noem je daarom kapitaalgoederen


Slide 8 - Slide

Arbeid = het werk van mensen

Slide 9 - Slide

Natuur:  Alles niet wat door mensen is gemaakt, zoals zonlicht, regenwater, grondstoffen in de bodem

Slide 10 - Slide

Wat is investeren?

Slide 11 - Mind map

Investeren
Investeren is het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
(bijv. een tractor).

Slide 12 - Slide

Waarom investeren bedrijven in kapitaalgoederen?

Slide 13 - Slide

Investeren in kapitaalgoederen

Investeren
Investeren:
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines, gereedschappen of gebouwen.
Bedoeld om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren

Slide 14 - Slide

Wat is een kenmerk van productie in bedrijven?
A
Het is gratis.
B
Het vindt plaats tegen betaling.
C
Het is gevaarlijk.
D
Je kunt ook zonder.

Slide 15 - Quiz

Jean-Paul werkt voor een bedrijf als behanger.
Antoine behangt zijn eigen huis, hij vindt het leuk om te doen.
Voor wie is dit produceren?
A
Jean-Paul
B
Antoine
C
voor beiden
D
voor geen van beiden

Slide 16 - Quiz

Savannah werkt bij Deco BV op de administratie. Zij hoort bij de productiefactor:
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 17 - Quiz

Kadir werkt aan de persmachine. Toen deze werd gekocht, deed Deco BV een investering in
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 18 - Quiz

Voor benzine in zijn vrachtwagen is een energiebron nodig. Dat hoort bij de productiefactor
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 19 - Quiz

Huiswerk Hoofdstuk 2
Maken de opdrachten bij paragraaf 4 som 2 tot met 11
De productie van behang
timer
20:00

Slide 20 - Slide