do 25 maart informerende tekst schrijven

Schrijven: informerende tekst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijven: informerende tekst

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik
Doel van de les
Theorie
Quiz
Oefeningen boek ( blz. 59, 60, 61)

Slide 2 - Slide

Informerende tekst: krantenartikel
Informerende tekst: artikel

Slide 3 - Slide

Informerende tekst

Slide 4 - Slide

Schrijven van een informerende tekst

Slide 5 - Slide

Informerende tekst
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?
  • Hoe?

Slide 6 - Slide

Schrijven
  • een informerende tekst schrijven.
  • onderwerp en deelonderwerpen bepalen
  • verdelen in alinea's
  • feedback verwerken
  • verschillende soorten informerende teksten schrijven.

Slide 7 - Slide

Informerende tekst
Je hebt al geleerd wat een informerende tekst is. 
Tekstdoel: Mensen informeren/de lezer iets nieuws vertellen. 
Tekstsoort: een informerende tekst. 
Tekstvorm: nieuwsbericht, tijdschriftenartikel, verslag, werkstuk, folder. 

Slide 8 - Slide

Wat past bij een informerende tekst?
A
schoolboektekst
B
ingezonden brief
C
zakelijke brief
D
recensie

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informerende tekst?
A
Nieuwsbericht
B
Ingezonden brief
C
Strip
D
Recept

Slide 10 - Quiz

Een voorbeeld van een informerende tekst is:
A
recept
B
stripverhaal
C
nieuwsbericht
D
songtekst

Slide 11 - Quiz

in een informerende tekst staan?
A
Meningen
B
Feiten

Slide 12 - Quiz

Bij de tekstsoort informerende tekst hoort de teksvorm
A
gedicht
B
nieuwbericht
C
tijdschriftartikel
D
B en C zijn allebei goed

Slide 13 - Quiz

Welk doel heeft een informerende tekst?
A
de lezer aansporen in te gaan doen
B
de lezer iets nieuws vertellen
C
de lezer vermaken

Slide 14 - Quiz

Een uitnodiging voor een bruiloft is een informerende tekst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

het doel van een informerende tekst =
A
de lezer iets nieuws vertellen
B
de lezer laten lezen voor zijn plezier
C
de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
D
de lezer overhalen iets te gaan doen

Slide 16 - Quiz

Een informerende tekst ...
A
bestaat vooral uit de mening van de schrijver.
B
geeft informatie over een bepaald onderwerp.
C
wil jou als lezer vermaken
D
wil jou als lezer in actie brengen.

Slide 17 - Quiz

Wat lees je vooral in informerende teksten?
A
opsommingen en uitleg
B
voorbeelden en argumenten
C
feiten en objectieve informatie
D
de verschillende kanten van een onderwerp

Slide 18 - Quiz

Een informerende tekst bevat
A
Vooral feiten
B
Vooral meningen
C
Evenveel feiten als meningen
D
Geen van beide

Slide 19 - Quiz

Het verschil tussen een uiteenzettende en een informerende tekst is:
A
dat er geen verschil is.
B
in de ene wordt geïnformeerd en in de andere uitgelegd.
C
dat er in de ene wordt uitgelegd en in de andere geamuseerd.
D
de ene bevat feiten en de andere vooral meningen.

Slide 20 - Quiz

Waar vind je informerende teksten?
A
krant
B
folders van de supermarkt
C
forum met meningen
D
leesboeken

Slide 21 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informerende tekst?
A
recensie
B
moppenpagina
C
reclametekst
D
krantenbericht

Slide 22 - Quiz

Welk woord hoort niet bij een informerende tekst?
A
Feit
B
Mening
C
Objectief
D
Controleerbaar

Slide 23 - Quiz

Oefeningen 
Maken opdrachten blz. 59, 60, 61
Hierna ga je in overleg met de leerkracht of je de opdracht instructie kan maken.
Dit is een opdracht die aansluit bij ''Een instructie schrijven'' in het werkboek

Slide 24 - Slide

instructie schrijven
Bij deze opdracht ga je proberen een opdracht (instructie) te schrijven voor een andere leerling in de klas. 
Voorbeeld: sta op, loop naar Sil en geeft hem een knuffel!
het moet een opdracht zijn die de ander kan uitvoeren en geen problemen oplevert.

Slide 25 - Slide