2. Drogredenen

Deze les:
  • Leer je het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten kennen.
  • Maak je kennis met drogredenen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:
  • Leer je het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten kennen.
  • Maak je kennis met drogredenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Objectieve (feitelijke)argumenten:

  • inhoud is controleerbaar
  • gebaseerd op feiten,
    bijvoorbeeld:
    bekende gegevens, regels of onderzoeksresultaten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaarheid van objectieve argumenten controleren:

  • Is de auteur van de tekst betrouwbaar?
  • Is de bron van de tekst betrouwbaar?
  • Is het duidelijk waar de informatie in de tekst vandaan komt?
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Objectieve argumenten controleren:


Als de informatie niet betrouwbaar is, dan is het argument minder betrouwbaar en het standpunt minder aannemelijk.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Subjectieve (waarderende) argumenten:

  • inhoud is niet controleerbaar,
  • bevatten vaak een mening of een overtuiging, 
  • zijn gebaseerd op algemene normen en waarden of op een enkele ervaring

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Subjectieve argumenten controleren:

  • Waar is het argument op gebaseerd?
  • Als niet duidelijk is waar het op gebaseerd is, dan is het argument minder betrouwbaar en het standpunt minder aannemelijk.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Werklozen moeten elke aangeboden baan aannemen, want ze moeten hun bijdrage leveren aan de samenleving.

Wat is het standpunt?
A
Werklozen moeten elke aangeboden baan aannemen.
B
ze moeten hun bijdrage leveren aan de samenleving.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Werklozen moeten elke aangeboden baan aannemen, want ze moeten hun bijdrage leveren aan de samenleving.

Is het argument objectief of subjectief? Leg je antwoord uit.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Het argument is subjectief. De inhoud van het argument is niet controleerbaar. Het argument is gebaseerd op een overtuiging, namelijk dat iedereen een bijdrage moet leveren aan de samenleving.
Redenering:
Werkgevers moeten worden verplicht werknemers met een zittend beroep zit-sta-bureaus te bieden op hun werkplek. Veel zitten is schadelijk voor de gezondheid. Onderzoek van de Universiteit van Sydney laat zien dat meer dan tien uur zitten per dag de kans op sneller overlijden met 40 procent verhoogt, vergeleken met mensen die minder zitten.

Wat is het standpunt?
A
Werkgevers moeten worden verplicht werknemers met een zittend beroep zit-sta-bureaus te bieden op hun werkplek.
B
Veel zitten is schadelijk voor de gezondheid.
C
Onderzoek van de Universiteit van Sydney laat zien dat meer dan tien uur zitten per dag de kans op sneller overlijden met 40 procent verhoogt, vergeleken met mensen die minder zitten.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Redenering:
Werkgevers moeten worden verplicht werknemers met een zittend beroep zit-sta-bureaus te bieden op hun werkplek. Veel zitten is schadelijk voor de gezondheid. Onderzoek van de Universiteit van Sydney laat zien dat meer dan tien uur zitten per dag de kans op sneller overlijden met 40 procent verhoogt, vergeleken met mensen die minder zitten.

Is het argument objectief of subjectief? Leg je antwoord uit.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quiz

Het argument is objectief. Het argument is gebaseerd op een onderzoeksresultaat, namelijk dat meer dan 10 uur zitten per dag de kans op sneller overlijden met 40% verhoogt. Dit is controleerbaar.
Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Drogredenen
Onjuiste argumenten noemen we drogredenen. Het argument lijkt aannemelijk, maar klopt dus niet.

Bijvoorbeeld: 
Mijn oma rookte elke dag een pakje sigaretten per dag en is 100 geworden, dus roken is helemaal niet slecht voor je’.

Slide 12 - Slide

Extra:
In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt. Er wordt gesteld dat omdat oma oud is geworden, ondanks het roken van een pakje sigaretten per dag en dat dit voor iedereen zou gelden. Dit is echter niet het geval, waardoor het argument foutief is en dus een drogreden.
Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Generalisatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
Drogreden: de onjuiste oorzaakgevolgrelatie
B
Drogreden: de verkeerde vergelijking

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
A
Drogreden: de overhaaste generalisatie
B
Drogreden: de verkeerde vergelijking

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Ik denk niet dat horoscopen waar zijn, want dat geloof ik niet.

A
Drogreden: de overhaaste generalisatie
B
Drogreden: de cirkelredenering

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Ontduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ontduiken van bewijslast
'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verkeerd autoriteitsargument
Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Verkeerd autoriteitsargument
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn fitnesstrainer gezegd.'

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Beroep op traditie
Je geeft een argument dat gebaseerd is op het idee dat iets zo moet blijven omdat het altijd al zo geweest is.

'Waarom zou ik een mobiele telefoon aanschaffen? Vroeger had niemand een mobiele telefoon en de communicatie verliep altijd prima.'

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Beroep op traditie
Natuurlijk moeten leerlingen met pen en papier blijven werken, dit is altijd zo geweest.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 

 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 

Dit argument valt iemand aan op zijn mening 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke aanval
Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
Drogreden: de persoonlijke aanval
B
Drogreden: de cirkelredenering

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Dat zij trakteert op haar verjaardag, wil niet zeggen dat ik dat ook doe.’
A
Overhaaste generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Beroep op traditie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Ik praat helemaal niet te veel. Geef me één goede reden waarom ik minder zou moeten praten.’
A
Verkeerde vergelijking
B
Ontduiken van bewijslast
C
Cirkelredenering

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Epke Zonderland had wereldkampioen rekstok 2018 moeten worden. Louis van Gaal vond dat ook.’
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist oorzaak-gevolgrelatie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

‘Zij kan wel zeggen dat je vals zingt, maar zij kan zelf niet zingen.’
A
Generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Persoonlijke aanval

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Die speler stond buitenspel…! Iedereen kent toch de regels van voetbal?!

A
Generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 39 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 40 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 41 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 42 - Quiz

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

We eten nooit later dan zes uur, dus nu ook niet.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

In tweetallen of groepjes
Lees de tekst Gamen is slecht voor de gezondheid!
Onderstreep het standpunt en alle argumenten. 
Zijn het drogredenen? Welke drogredenen zijn het?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions