H2; Grammatica WS: Telwoord

Lesdoelen
Je leert de vier soorten telwoorden herkennen en benoemen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Je leert de vier soorten telwoorden herkennen en benoemen.

Slide 1 - Slide

Telwoorden
Een telwoord geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
Er zijn 4 soorten telwoorden.

Hoofdtelwoorden - Hoeveelheid
aantal, nummer
Rangtelwoorden - Volgorde     
-de, -ste

Slide 2 - Slide

Telwoorden
Bepaalde telwoorden:
Je weet precies hoeveel. 
één, twee, honderden, duizendste

Onbepaalde telwoorden:
Je weet niet precies hoeveel
enkele, vele, weinige, laatste

Slide 3 - Slide

Telwoorden
Bepaald
Onbepaald
Hoofdtelwoord
precies aantal

zeven, duizend

onduidelijk aantal

veel, alle, weinig
Rangtelwoord
precieze plek in rij

dertiende, miljoenste

onduidelijke volgorde

middelste, zoveelste

Slide 4 - Slide

Wat voor soort telwoord is 'sommige'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 5 - Quiz

Wat is hoeveelste voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 6 - Quiz

Wat is een telwoord?
A
Een bijwoord dat een eigenschap van een werkwoord aanduidt.
B
Een voegwoord dat zinnen of zinsdelen met elkaar verbindt.
C
Een woord dat een aantal of rangorde aanduidt.
D
Een voorzetsel dat een relatie aangeeft tussen twee zinsdelen.

Slide 7 - Quiz

Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 8 - Quiz

Telwoord: 10
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 9 - Quiz

Wat is geen telwoord?
A
zevenentwintig
B
niemand
C
vele
D
miljoenste

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort telwoord staat in deze zin:

Er zijn vier soorten telwoorden.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 11 - Quiz

Wat is geen telwoord?
A
eerste
B
meeste
C
kleinste
D
laatste

Slide 12 - Quiz