4.1 Het ontstaan van steden na de Romeinen

4.1: Steden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1: Steden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan wij vandaag doen?
  •  Intro nieuw hoofdstuk: Steden
  • Filmpje
  • Quiz
  • Nabespreken 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een stad?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Samen lezen
4.1 Het ontstaan van steden na de Romeinen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Groei steden
Handelsnederzettingen worden steden

Steden worden aantrekkelijker vanwege verschillende beroepen/minder afhankelijk van adel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het ontstaan en de inrichting van Nederland
  • Een nederzetting is een plaats waar mensen zich vestigen in een gebied dat eerst onbewoond was
  • Een handelsnederzetting is een stad waarin veel handel wordt gedreven. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De eerste steden
  • Handel is het ruilen van producten voor andere producten of voor geld
  • Een stad is een plaats met meer dan 50.000 inwoners, die dicht bij elkaar wonen, en met veel stedelijke functies
  • Een dorp is een kleine nederzetting: een plaats waar meerdere mensen bij elkaar wonen. 






Slide 8 - Slide

Nederzetting: plaats waar mensen zich vestigen
Lezen: tekst in 4.1.

Maken:
Opdracht 1 en 2.



timer
19:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Meervoud van stad is?
Eén Stad
Twee st . . . .
A
Stadden
B
Steden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn steden?
A
Een plek waar weinig mensen bij elkaar wonen.
B
Een plek waar veel mensen bij elkaar wonen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn handelsnederzettingen?
A
Is een stad waarin veel handel wordt gedreven.
B
Is een ander woord voor dorp.
C
Is een plek waar mensen komen om te wonen.
D
Antwoorden A, B en C zijn fout.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent handeldrijven?
A
Ruilen van spullen.
B
Is een ander woord voor dorp.
C
Is een plek waar mensen komen om te wonen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een dorp?
A
Is een stad waarin veel handel wordt gedreven.
B
Is een plek waar veel mensen wonen.
C
Een plek waar niet zoveel mensen wonen.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions