This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Rekenen
Verhoudingen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Wat is een verhouding?
Rekenen met een verhoudingstabel
Wat moet je kunnen:
Rekenen met deelsommen (kleiner maken)
Rekenen met keersommen (groter maken)
Een verhaaltje veranderen naar een som
Slide 2 - Slide
Waar ben jij goed in?
Keersommen
Deelsommen
Ik weet wat ik moet uitrekenen bij een verhaaltje
Verhaaltje uitrekenen met rekenmachine
Slide 3 - Poll
Startopdracht
Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op muffins. Er zitten 30 kinderen in de klas. Reken uit hoeveel Jelle moet betalen.
Slide 4 - Slide
Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op muffins. Er zitten 30 kinderen in de klas. Reken uit hoeveel Jelle moet betalen.
30 kinderen : 5 muffins = 6 Hij heeft 6 pakken muffins nodig.
Ieder pak kost 3 euro 3 euro x 6 pakken = 18 euro
Slide 5 - Slide
Dit kan ook in een verhoudingstabel geplaatst worden.
Aantal muffins
5
30
Euro
3
18
x 6
x 6
Slide 6 - Slide
In 1 doos zitten 12 eieren Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?
In 2 uur rijd je 180 kilometer Hoeveel kilometer rij je per uur?
Drie broden kosten €4,50 Hoeveel kost 1 brood?
Slide 7 - Slide
In 1 doos zitten 12 eieren Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?
In 2 uur rijd je 180 kilometer Hoeveel kilometer rij je per uur?
Drie broden kosten €4,50 Hoeveel kost 1 brood?
doos
1
3
eieren
12
36
uur
2
1
km
180
90
brood
3
1
euro
4,50
1,50
x3
:2
:3
Slide 8 - Slide
Verhaal -> Som
Op de volgende dia's staan sommen met een verhoudingstabel. Op je computer kun je natuurlijk geen tabel tekenen. Daarom staat in de dia alvast een tabel. De vakken van dit tabel zijn genummerd. Je geeft op de volgende manier antwoord:
Vak 1 = blabla
Vak 2 = blabla
enzovoorts
Slide 9 - Slide
Voorbeeldsom
Er zitten 30 boeken in 1 doos
De antwoord die jij geeft is....
Vak 1 = 1
Vak 2 = 30
Let erop dat je bij =teken een spatie plaatst. Anders rekent het programma je antwoord fout terwijl je het misschien goed hebt.