3vwo Lezen H3 - les 2

3vwo Lezen H3 - les 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

3vwo Lezen H3 - les 2

Slide 1 - Slide

Doel
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argument.

vandaag:
  1. Lezen / huiswerkcheck [10 min.]
  2. herh. theorie [5 min.]
  3. uitleg standpunten [10 min.]
  4. maken opdr. 4 + huiswerk [25 min.]
  5. afsluiting: nakijken [10 min.]

Slide 2 - Slide

huiswerk voor vandaag:
  • Lezen H1: opdr. 1, 2, 4
  • Lezen H2: opdr. 1
  • Lezen H3: opdr. 1
  • aantekeningen over vaste tekststructuren compleet?
  • aantekeningen over argumentatiestructuren compleet? 

Slide 3 - Slide

herhaling: leg uit...
  1. Wat is het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument?
  2.  Wat is het verschil tussen enkelvoudige en meervoudige argumentatie?
  3. Wat is het verschil tussen nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuur?

Slide 4 - Slide

enkelvoudig
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
want
dus

Slide 5 - Slide

nevenschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Het gaat ten koste van je vrije tijd.
Er is geen docent die je thuis kan helpen.
want
dus

Slide 6 - Slide

onderschikkend
Scholen moeten huiswerkvrij worden.
Als je iets niet snapt thuis, kun je niet verder.
Er is geen docent die je thuis kan helpen.
want
dus

Slide 7 - Slide

Hoe formuleer je een standpunt?

Iedereen boven de 21 moet een basisinkomen krijgen. 

VOOR 
TEGEN
TWIJFEL

Slide 8 - Slide

drie soorten standpunten:
  1. positief: ik vind het een goed idee als ....
  2. negatief: ik vind dat we minder ...
  3. twijfel: ik ben er nog niet over uit of ... 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aan de slag!
In de les afhebben:
  • Maak opdracht 4 + 5 van Lezen H3 in je boek.
  • Kijk na (Classroom)

Huiswerk (maandag):
  • Maak opdracht 2 óf 3* van Lezen H3
  • Kies je tweede leesboek uit

timer
25:00

Slide 11 - Slide

afsluiting
  • opdr. 1, vraag 6: onderschikkend of nevenschikkend?

  • opdr. 4, vraag 6: in welke volgorde staan de argumenten in de tekst? vergelijk met het schema

Slide 12 - Slide