Boodschappen doen: Hé ga je mee?

De kinderen hebben een boodschappenlijstje
A
waar
B
niet waar
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
nederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De kinderen hebben een boodschappenlijstje
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

De kinderen rijden met een winkelwagentje
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De kinderen kopen alleen eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

De kinderen komen in de afdeling 'ZUIVEL'
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

De kinderen komen in de afdeling 'BAKKERIJ'
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De kinderen komen in de afdeling 'BEENHOUWERIJ'
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

De kinderen komen in de afdeling 'GROENTEN EN FRUIT'
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

De kinderen hebben een boodschappentas mee.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De kinderen kopen meer dan 6 producten
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz


Slide 10 - Open question

Waar is Adita?
A
Bij de bakker
B
bij de beenhouwer
C
in de supermarkt

Slide 11 - Quiz

Wat koopt Adita?

Slide 12 - Open question

Ze moet meer dan 10 euro betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Ze moet meer dan 20 euro betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz


Slide 15 - Open question