This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:
• Wat constante en variabele kosten zijn.
• 2 voorbeelden geven van constante kosten
2 voorbeelden geven van variabele kosten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Wat zijn constante kosten?
Slide 4 - Open question
Wat zijn variabele kosten?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Proportioneel variabele kosten
Er wordt gesproken van proportioneel variabele kosten als deze voor ieder geproduceerd product steeds gelijk blijven. Voor ieder product is dan evenveel grondstof nodig tegen dezelfde prijs.
1 jas maken kost €20
10 jassen maken kost €200
Slide 7 - Slide
Progressief variabele kosten
Er wordt gesproken van progressief variabele kosten als deze stijgen bij een stijgende hoeveelheid hoeveelheid geproduceerde producten.
10 jassen maken kost €200
1000 jassen maken kost €25.000
Oorzaken?
Slide 8 - Slide
oorzaken progressief variabele kosten
meer uitval
meer afval
Slide 9 - Slide
Degressief variabele kosten
Er wordt gesproken van degressief variabele kosten als deze dalen bij een stijgende hoeveelheid geproduceerde producten.
10 fietsen maken kost €1.000
1000 fietsen maken kost €80.000
oorzaken?
Slide 10 - Slide
oorzaken degressief variabele kosten
schaalvoordelen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
De omzet van een bedrijf is
A
De winst die het bedrijf maakt
B
Alle inkomsten van het bedrijf
C
De kosten die het bedrijf maakt
D
De inkomsten min de kosten
Slide 13 - Quiz
De afzet van het bedrijf is
A
Het geld dat zij voor de producten vragen
B
Het aantal producten dat zij over houden
C
Het aantal producten dat zij weg moeten gooien
D
Het aantal producten dat zij verkopen
Slide 14 - Quiz
aan de slag
zie PowerPoint welke opgaven
Slide 15 - Slide
nu komen de checkvragen
Slide 16 - Slide
Geef een eigen voorbeeld van constante kosten voor een pizzeria.
Slide 17 - Open question
Geef een eigen voorbeeld van variabele kosten voor een pizzeria.