Woordenlijst kerst/nieuwsbegrip

woordenlijst Kerst
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

woordenlijst Kerst

Slide 1 - Slide

woordenlijst kerst
de kerstboom                  de kerstsok         de ezel     

bedienen                            de kribbe               het rendier

de spar                               de kerststal          de kerstman

de kerstbal                        de   rubiks cube         bedienen



Slide 2 - Slide

Waar woont de Kerstman?
A
De Noordpool
B
De Zuidpool
C
In Spanje
D
In een iglo

Slide 3 - Quiz

Wie heeft het uiterlijk van de Kerstman bedacht?
A
De Kerk
B
De Paus
C
Coca Cola
D
De president van Amerika

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Wanneer mogen deze astronauten weer naar huis?
A
Ze zijn al thuis
B
Ze gaan eerste Kerstdag weer terug
C
Ze kunnen, als het goed is, in februari weer terug
D
Ze blijven er ruim een jaar

Slide 6 - Quiz

De kerstboom

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Welke boomsoort wordt vaak gebruikt als kerstboom?
A
B
C

Slide 9 - Quiz

de spar

Slide 10 - Slide

Los de sommen op 
en versier de boom!
9
21
30
8

Slide 11 - Drag question


Let goed op! Wat zie je verschijnen?
 Antwoord zo snel mogelijk.
A
zuurstok
B
kerstboom
C
slee
D
kerstbal

Slide 12 - Quiz

Wat was het nieuws rondom de triceratops?
A
Dit is een nieuwe dinosaurussoort
B
Er werden 5 triceratopsen bij elkaar gevonden
C
Er staat er nu eentje in Naturalis
D
Hij heeft twee hoorns

Slide 13 - Quiz

                                      De ezel

Slide 14 - Slide

Welke dieren horen thuis in de Kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel en een dromedaris
D
goudvissen

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je een vrouwtjes ezel?
A
een ezelaar
B
een ezelin
C
een ezeles
D
een merrieezel

Slide 16 - Quiz

Ezelsbruggetjes

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat is de snelste tijd voor het goed maken van een rubik's cube?
A
10 minuten
B
3,1 seconde
C
10,1 seconden
D
kun je niet snel oplossen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Link

een kribbe is .....
A
iets wat je in een stal ziet
B
Het bedje voor Jezus
C
een voerbak voor dieren
D
een wieg

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Bedienen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Hoe heet de kunstenaar van wie de kunstwerken (de koninginnen) werden gestolen uit een galerie?
A
Rembrand van Rijn
B
D. Evers
C
Vincent van Gogh
D
Andy Warhol

Slide 30 - Quiz

1

Slide 31 - Video

Hoe heet dat ding op de kop van een rendier?
A
hoorns
B
een karwei
C
een gewei
D
een stekel

Slide 32 - Quiz

Bekijk dit filmpje.
Let goed op alle details.

Slide 33 - Slide


Hoeveel kerstballen kon
je rond de tv zien liggen en hangen? 
A
drie
B
vijf
C
vier
D
negen

Slide 34 - Quiz


Hoe vaak zag je een echte
kerstman in het filmpje? 
A
één keer
B
twee keer
C
drie keer
D
vier keer

Slide 35 - Quiz


Hoe heet deze 
sneeuwpop?
A
Olaf
B
Ollie
C
Oscar
D
Otto

Slide 36 - Quiz

Waarom gingen de tijgers Kuma en Bodhana naar Kazachstan?
A
Ze hadden geen plek meer in Nederland
B
Ze moeten zorgen voor kinderen die daar in het wild kunnen gaan leven
C
Ze zijn gekocht door een circus in Kazachstan
D
Ze gaan daar naar een dierentuin

Slide 37 - Quiz

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal word jou een fijne Kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 40 - Quiz

In Canada heeft de Kerstman een eigen postcode.
Wat is deze postcode?
A
2512 SC
B
SANTA 2512
C
H0H 0H0
D
XMAS 1900

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Video

Je zag Sven uit Frozen. Maar hoe heet het rendier van de Kerstman?

Slide 43 - Open question

Op welke dag wordt eerste Kerstdag gevierd?
A
Zondag
B
31 december
C
25 december
D
1 januari

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Video

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
allemaal
B
drie
C
eentje
D
twee

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Video

Begin van het filmpje.
Midden van het filmpje.
Eind van het filmpje.

Slide 48 - Drag question

Fijne feestdagen

Slide 49 - Slide