Werkwoordspelling Voltooid deelwoord

Taalverzorging les 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging les 2

Slide 1 - Slide

Programma
- Herhaling tegenwoordige tijd en verleden tijd
- Voltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Periode 3
- Taalverzorging

- Aan het eind van periode 3 --> toets taalverzorging

Heb je alle opdrachten gemaakt? --> 0,5 punt  


Slide 3 - Slide

Herkansing verslag solliciteren --> uiterlijk maandag 28 februari via de mail inleveren: ja.lubbinge@alfa-college.nl 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: Hij (bekennen) het eerlijk.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Vul de persoonsvorm verleden tijd in: Toen mijn ouders (trouwen), hebben ze een groot feest gegeven.

Slide 8 - Open question

Voltooid deelwoord
Begint altijd met ge- be- ver- her- 
Staat nooit als enige werkwoord in een zin


Ik ben naar school geweest
Ik heb de tafel geverfd

Slide 9 - Slide

voltooid deelwoord   
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
ge+stam+t/d
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 

Zij hebben gelopen.
De kast is verkocht.
Dat hebben wij vermeden. 
Ik ben verrast. 

woorden met ver- her- ont- be- of -er krijgen geen ge- extra ervoor
Bij het voltooid deelwoord gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je een t of een d moet schrijven. 
Vaak wordt het voorvoegsel ge- voor de stam van het werkwoord geplaatst en komt er een d of t achter. 
veel werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her-, ont- of ver-: bewonen - bewoond, erkennen - erkend, gebeuren - gebeurd, herinneren - herinnerd, ontdekken - ontdekt, verdelen - verdeeld
In een zin met een voltooid deelwoord 
is de persoonsvorm een hulpwerkwoord. 
Wij hebben de tas gevonden. 
Ik ben verrast. 

Slide 10 - Slide

Een voltooid deelwoord mag je langer maken
om te horen waar het op eindigt
Ik heb gewerkt – gewerkte
Mijn horloge is ontvreemd - ontvreemde

Als je het niet hoort, gebruik je ‘t ex kofschip
Ik ben gisteren verhuis? – verhuiste/verhuisde
Verhuizen –en = verhuiz  z = niet in ‘t ex kofschip  verhuisd

Een voltooid deelwoord mag je langer maken
om te horen waar het op eindigt


Ik heb gewerkt – gewerkte

Als je het niet hoort, gebruik je ‘T eX KoFSCHiP
Ik ben gisteren verhuis? 
Verhuizen –en = verhuiz --> z = niet in ‘T eX KoFSCHiP --> verhuisd

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Er is iets in Zwolle (gebeuren)

Slide 13 - Open question

V.d. bijvoeglijk gebruikt
  


Staat altijd voor het zelfstandig naamwoord
De geverfde muur
De gelakte tafel

Slide 14 - Slide

Schrijfwijze is altijd zo kort mogelijk! (tenzij de
uitspraak hierdoor verandert)
De gestrande olietanker
Het verzette uur

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Studieplan Taal Integraal
Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord

Slide 16 - Slide