1. zien – beschouwen
2. naar raming, ongeveer – naar schatting
3. zorg veroorzakend – zorgwekkend
4. op zijn minst – minstens 5. maar net – amper 6. hielpen – ondersteunden
7. zich melden – op het matje komen 8. zet voort – continueert
9. de controle hebben, het onder toezicht houden – ondertoezichtstelling
10. te letten op – in de gaten te houden
11. die verplicht onderwijs moeten volgen – leerplichtig zijn
12. leggen aan – meren aan
13. weinig – luttel
14. belangstelling wekken voor – aandacht vestigen op