Dit hoofdstuk behandelen we:
can, could, should ('advies') must (moeten, van je zelf) & have to (moeten, van een ander (regels/wetten).
can: om verzoeken te doen, toestemming te vragen of te geven, het hebben over mogelijkheden en bekwaamheden.
could: verleden tijd van can. Deze gebruik je bij formelere verzoeken, als je spreekt over dingen die gebeuren in de toekomst.