SO H4 paragraaf 1+2 Basis

SO H4 paragraaf 1 en 2
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SO H4 paragraaf 1 en 2
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!

Slide 1 - Slide


Bekijk de tijdbalk
Van wanneer tot wanneer loopt tijdvak 4 'Steden en Staten'?
A
van het jaar 750 tot 1250
B
van het jaar 250 tot 750
C
van het jaar 500 tot 1000
D
van het jaar 1000 tot 1500

Slide 2 - Quiz

Waarom gingen mensen op kruistocht? Noem minstens 2 redenen.

Slide 3 - Open question

De ...1... wilde met een groot ...2... de moslims verslaan. Soldaten, ...3... en gewone mensen konden deelnemen aan de ...4... . Het was een lange ...5...  en niet zonder gevaar. Maar je hele ...6... hoefde je geen ...7... meer te betalen. Je kreeg w..8... en e..9... en kwam zeker in de ...10... als je ...11... ging.
Vul de juiste woorden in op de gaten.
belasting
dood
edelen
eten
hemel
kruistocht
leger
leven
paus
reis
wapens

Slide 4 - Drag question

Kies het juiste woord.
'In totaal zijn er ....... kruistochten gehouden'.
A
zes
B
acht
C
vier
D
negen

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste woord.
'De reis naar het Heilige Land duurde .....'.
A
maanden
B
jaren
C
weken
D
dagen

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste woord.
'Onderweg naar het Heilige land werd gevochten met de .....'.
A
christenen
B
heidenen
C
joden
D
romeinen

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste woord.
'Meer dan .... van het leger stierf onderweg aan honger, dorst en ziekten'.
A
een kwart
B
de helft
C
een vierde
D
drie kwart

Slide 8 - Quiz


Waarom waren de kruistochten niet succesvol?
A
De heidenen versloegen het leger al onderweg naar het Heilige Land.
B
Er gingen in het Heilige Land veel mensen dood.
C
De christenen werden in het Heilige Land door de moslims verslagen.
D
De heidenen hadden de christenen in West-Europa verjaagd.

Slide 9 - Quiz

De reis naar het heilig land heette een...?

Slide 10 - Open question

De mensen die meegingen op kruistocht vormden samen één groot...?

Slide 11 - Open question

Eindpunt van de kruistocht naar het Heilige Land was...?

Slide 12 - Open question

Is de uitspraak waar of niet waar?

'Het doel van de kruistocht was het heroveren van het Heilige Land'.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Is de uitspraak waar of niet waar?

'Veel mensen gingen op kruistocht om er zelf beter van te worden.'.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Is de uitspraak waar of niet waar?

'Iedereen die op kruistocht ging, was ridder'.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Is de uitspraak waar of niet waar?

'De mensen die op kruistocht gingen, hadden in het begin succes.'.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Waarom wordt het 'heilig land' zo genoemd?

Slide 17 - Open question

Welk land is het heilige land nu?
A
Spanje
B
Italië
C
Egypte
D
Israël

Slide 18 - Quiz