Religieuze levensbeschouwingen noemen hun belangrijke boeken vaak heilige boeken. In deze boeken speelt het hogere een belangrijke rol bij het vinden van antwoorden op levensvragen. Het hogere wordt vaak aangeduid met 'God'. Het beeld dat van God wordt gegeven, is vaak een heiland: god is iemand die heil brengt. Bij het woord heil moet je denken aan 'helen', 'gezond maken'. Mensen zoeken naar het 'goede' en worden gelukkiger van God. Oorspronkelijk wordt met heil bedoelt: geluk hebben of zegen.
Religieuze mensen voelen zich gewoonlijk diep geraakt door hun heilige boeken. Dat is ook de reden dat deze mensen veel respect hebben voor deze boeken. De heilige boeken hebben vaak een hele geschiedenis. Veelal zijn ze voorafgegaan door mondelinge overleveringen, later werd dit opgeschreven.