Havo 5 6-1 herhaling

Wat gaan we doen?
Opdracht oefenen 8.4 
Herhaling hoofdstuk 7
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Opdracht oefenen 8.4 
Herhaling hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

Samen maken opdr. 16

Slide 2 - Slide

Koppelen kc's van H7
Institutionalisering:
1. Waarden?
2. Min of meer gefomaliseerde regels
3. Vast gelegd in standaardgedragspatronen ---
gedrag/relaties.

Slide 3 - Slide

Democratisering
Grotere inspraak/ medenzeggenschap voor degenen met minder macht.

Slide 4 - Slide

Individualisering
Mensen kunnen hun zelfstandigheid vergroten+ op welk gebied.

Slide 5 - Slide

Rationalisering
1. Ordenen en systematiseren van de werkelijkheid.
2. Met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken.
3. Het doelgericht inzetten van middelen.
4. Om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.

Slide 6 - Slide

Vragen
1. Wat is een bevelshuishouden? Welk woord moet je hier noemen?
2. Wat is het verschil tussen actief en passief kiesrecht?
3. Welke 3 soorten grondrechten onderscheiden we en waar staan ze voor?
4. Wat is het verschil tussen toebedeelde relaties en verworven relaties? Welke woorden moet je hier gebruiken?

Slide 7 - Slide

Vragen
5. Wat is een participatiesamenleving?

6. Hoe denken de ideologieën over rationalisering en het overheidsbeleid?

Slide 8 - Slide

Antwoorden
1.  Een gezin waarin gehoorzaamheid voorop stond en er weinig ruimte was voor individuele vrijheid. Tussen ouders en kinderen – vooral tussen vaders en kinderen – was er een groot gezag- of machtsafstand.
2. Actief kiesrecht = zelf naar de stembus gaan en stemmen. Passief kiesrecht = je verkiesbaar stellen.

Slide 9 - Slide

Antwoorden
3. Klassieke vrijheidsrechten (zoals vrijheid van meningsuiting) Politieke (zoals het recht om een partij op te richten) Sociale (zoals recht op goede gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting).
4. Toebedeelde = familie en verwantschapsrelaties, niet zelfgekozen. Verworven = zelfgekozen relaties en netwerken zoals vriendschappen en vriendengroepen.

Slide 10 - Slide

Antwoorden
5. Een samenleving waarin de verzorgingsstaat verandert in een samenleving waarin burgers hier zelf een actieve bijdrage aan leveren. 

Slide 11 - Slide

Sleep de ideologie naar de juiste opvatting.
'Traditionele rolverdeling is belangrijk en daarom moet er belastingkorting zijn voor éénverdieners.'
'De vrijheid van het individu staat voorop. De overheid moet zich neutraal opstellen.'
'De overheid moet ingrijpen om de gelijkheid tussen man en vrouw en verschillende samenlevingsvormen te bevorderen.'
Confessio-
nalisme
Liberalisme
Socialisme en sociaaldemocratie

Slide 12 - Drag question