Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5
de ontkenning 
- welke 3 stappen zijn er?
- welke ontkenningen ken je?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
de ontkenning 
- welke 3 stappen zijn er?
- welke ontkenningen ken je?

Slide 1 - Slide

De ontkenning
Maak de volgende zin ontkennend:
Je parle français.

Slide 2 - Slide

Voeg de juiste ontkenningen bij elkaar
Nog niet
Niet meer
Niet/geen
Nooit
Niets
Ne ... pas
Ne ... pas encore
Ne ... jamais
Ne ... rien
Ne ... plus

Slide 3 - Drag question

Andere ontkenningen

Slide 4 - Slide

welke ontkenningen ken je nog meer in het Frans?
De ontkenning/
la négation

Slide 5 - Mind map

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Nous parlons allemand.  
ne
pas
nous
allemand
parlons

Slide 6 - Drag question

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je parle français.
Tu habites à Paris?
Je suis néerlandais.

Slide 7 - Slide


Maak ontkennend:
Adrien habite à Orléans
niet meer

Slide 8 - Open question

Ontkenning
Maak de zinnen ontkennend.

  1. Il va au supermarché
  2. Nous mangeons une salade.
  3. J'ai 14 ans.
  4. C'est facile. 

Slide 9 - Slide

Verschillende ontkenningen
ne ... pas
niet (geen)
Je ne mange pas de viande.
Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus
niet (geen) meer
Je ne mange plus de viande.
Ik eet niet (geen) vlees meer.
ne ... jamais
nooit
Je ne mange jamais de viande.
Ik eet nooit vlees.
ne ... rien
niets
Je ne mange rien.
Ik eet niets.
ne ... pas encore
nog niet
Je ne mange pas encore de viande.
Ik eet nog niet (geen) vlees.

Slide 10 - Slide

Uitleg ontkenning

  • Ontkenning in het Nederlands...?
  • Ontkenning in het Frans:

    ne / n' ... (persoonsvorm) ... pas

    c'est -> ce n'est pas 

Slide 11 - Slide


Maak ontkennend:
Anna habite à Toulouse.
A
Anna ne habites pas à Toulouse
B
Anna n' habites pas à Toulouse
C
Anna ne habite pas à Toulouse
D
Anna n' habite pas à Toulouse

Slide 12 - Quiz

Ontkenning. Hoe zet je "C'est" in de ontkenning?
A
C'n'est pas
B
Ce ne est pas
C
C'est ne pas
D
Ce n'est pas

Slide 13 - Quiz


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 14 - Open question