H4.5 remmen

Waar gaan we het over hebben?

Stopafstand = remweg + reactieafstand


1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waar gaan we het over hebben?

Stopafstand = remweg + reactieafstand


Slide 1 - Slide

Remweg

Hoe lang duurt het voor de auto afgeremd is

Hangt af van:
Beginsnelheid
Massa
Remkracht

(weersomstandigheden, is wegdek nat? ligt er ijs?)

Slide 2 - Slide

reactietijd
dit is de tijd tussen het zien en het reageren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de formule om de stopafstand te bereken?

A
Stopafstand = snelheid x reactietijd + 0,5 x snelheid x reactietijd
B
Stopafstand = oppervlakte onder het rechte stuk + oppervlakte onder het schuine stuk
C
Stopafstand = totale remafstand
D
Stopafstand = reactieafstand + remafstand

Slide 11 - Quiz

remweg en beginsnelheid

Slide 12 - Slide

Remweg en massa

Slide 13 - Slide

Welke invloed heeft snelheid op de remweg?
A
Hoe hoger de snelheid, hoe groter de remweg.
B
Hoe hoger de snelheid, hoe kleiner de remweg.
C
De snelheid heeft geen invloed op de remweg.

Slide 14 - Quiz

Het gebruik van alcohol in het verkeer zorgt voor...
A
een grotere reactieafstand
B
een grotere remweg
C
beide worden groter
D
beide worden kleiner

Slide 15 - Quiz

Van welke factoren hangt je remweg af?
A
1 je concentratie, 2 je snelheid, 3 het soort wegdek
B
1 sneeuw op de weg, 2 het profiel van de banden, 3 je snelheid, 4 het soort wegdek
C
1 vreemde stoffen in je lichaam, 2 je leeftijd, 3 nat of droog wegdek

Slide 16 - Quiz

Reactietijd
Demo
Maak proef 5 

Slide 17 - Slide

De reactietijd wordt vergroot door
A
gladde weg
B
snelheid van de auto
C
medicijngebruik
D
massa van de auto

Slide 18 - Quiz

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn reactietijd:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 19 - Quiz

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn reactietijd:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 20 - Quiz

De reactietijd is niet bij iedereen hetzelfde. waar is de reactietijd van afhankelijk? meer antwoorden mogelijk
A
of je wordt afgeleid of niet
B
je snelheid
C
medicijnen, alcohol of drugs
D
je leeftijd

Slide 21 - Quiz

Eenheden en Grootheden

Slide 22 - Slide