Zoeken op internet

ICT
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ICT

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Informatie zoeken op het  internet!


  • Naar welke informatie moet ik zoeken?
  • Hoe moet ik informatie opzoeken op het internet?
  • Welke informatie is betrouwbaar?

Slide 3 - Slide

Zoeken
Hoe zoek jij je informatie op internet?

Slide 4 - Slide

Beoordelen
Is de door jouw gevonden informatie wel goed?

Slide 5 - Slide

Naar welke informatie moet ik zoeken?
Wat wil je weten?
Wanneer je gaat zoeken op het internet, begint het altijd met een vraag. Ben je op zoek naar een feit dan kun je er vaak een wie-, wat-, waar- of wanneer- vraag bij stellen.
Doe je onderzoek, dan is je vraag vaak een waarom- of hoe-vraag.
In zowel de zoektocht naar een feit, als bij het doen van een onderzoek heb je een aantal aanwijzingen. Deze aanwijzingen geven vaak al antwoord op de wie-, wat-, waar- of wanneer- vraag.

Slide 6 - Slide

Opdracht 1
Stel je moet een verslag schrijven over de uitvinding van bluetooth.

Welke vragen zou je dan kunnen stellen om meer over dit onderwerp te weten te komen?
Vul het wordweb in!

Slide 7 - Slide

bluetooth

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Zoektip 1: Gebruik kernwoorden
voorbeeld 1:
Vraag: Hoe onderstreep je tekst in Word met een dubbele lijn?
Kernwoorden: dubbel onderstrepen Word

voorbeeld 2:
Vraag: Wie schreef het bekende boek "The Da Vinci Code"?
Kernwoorden: schrijver Da Vinci Code

Opgelet: Soms staan de kernwoorden niet in de vraag en zal je zelf even over het kernwoord moeten nadenken.




Opgelet: Soms staan de kernwoorden niet in de vraag en zal je zelf even over het kernwoord moeten nadenken.


Slide 10 - Slide

Tip 2: informatie uitsluiten met een min teken 
Soms kan je de juiste informatie over een bepaald woord niet vinden, omdat er te veel websites bestaan over hetzelfde woord maar in een andere betekenis. Door gebruik te maken van het minteken sluit je bepaalde woorden uit. De webpagina’s die deze woorden toch bevatten, worden dan niet getoond in je zoekresultaten.

 





Slide 11 - Slide

Tip 3: Dubbele aanhalingstekens
Wanneer je woorden ingeeft bij Google, zoekt deze zoekrobot alle webpagina’s waar deze woorden op voorkomen. Met de volgorde van de  woorden wordt maar weinig rekening gehouden.
Als je de woorden echter tussen dubbele aanhalingstekens plaatst, gaat Google enkel die webpagina’s tonen waarbij de zoektermen exact in de ingegeven volgorde staan.


Slide 12 - Slide

Opdracht 2


Zoeken en vinden

Slide 13 - Slide

Hoe heet een mannetjes olifant?

Slide 14 - Open question

Wie is Aletta Jacobs?

Slide 15 - Open question

Wat is de geboortedatum van Albert Einstein?

Slide 16 - Open question

Wie is de uitvinder van het vaccin?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

Welke informatie op internet is betrouwbaar?
tips!
  • Gebruik de website die de docent aangeeft in de opdracht.
  • Gebruik informatie van bekende organisaties (zoals: Albeda, KWF, Diabetesfonds, rijksoverheid, nieuws)
  • Gebruik geen informatie van een site die er niet professioneel uit ziet, deze is dat dan vaak ook niet! 

Slide 19 - Slide

Betrouwbare bron
Onbetrouwbare bron
Website met veel spelfouten
HTTP://
Informatie van een onbekende organisatie 

Slide 20 - Drag question

Bronvermelding
Geef altijd aan waar je informatie vandaan komt

Slide 21 - Slide

Wat is een goed voorbeeld van een bronvermelding?
A
www.google.nl
B
Internet
C
www.kanker.nl
D
folder van de apotheek

Slide 22 - Quiz

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 23 - Open question

Was deze les nuttig voor jou?
010

Slide 24 - Poll

Wat vond je van LessenUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Stappenplan!
  1. Wat wil ik weten/onderzoeken?
  2. Welke onderzoeksvragen ga ik stellen?
  3. Welke kernwoorden ga ik gebruiken?
  4. Is de gevonden informatie bruikbaar? (begrijp ik de informatie?)
  5. Is de informatie betrouwbaar?
  6. Vermeld de bron van de informatie 

Slide 26 - Slide

Eindopdracht!
  • Maak een drietal
  • Bedenk een onderwerp waar je meel over wilt weten
  • Volg het stappenplan!
  • Verwerk je informatie in een PowerPoint

Slide 27 - Slide