Leerjaar 3 Voorbereiding PTA hst 6 Regelt Den Haag dat?
Hst 6 Regelt Den Haag dat?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hst 6 Regelt Den Haag dat?
Slide 1 - Slide
Doelen
- voorbereiden van het PTA hst 6 Regelt Den Haag dat?
Slide 2 - Slide
De overheid van Nederland bestaat uit...
A
Het Rijk
B
Provinciale overheid en het waterschap
C
Gemeentelijke overheid
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 3 - Quiz
Een ambtenaar is ...
A
iemand die met zijn handen werkt.
B
iemand die in de Tweede Kamer werkt.
C
iemand die voor de overheid werkt.
D
iemand die een ambt vervuld.
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van collectieve voorzieningen?
A
Dit zijn voorzieningen die men zelf kan maken
B
Voorzieningen die goedkoop zijn voor iedereen.
C
Voorzieningen die door de overheid worden geproduceerd.
Slide 5 - Quiz
Een financiële bijdrage die de overheid geeft om iets aan te moedigen
A
Accijns
B
Waterschap
C
Subsidie
D
Verzorgingsstaat
Slide 6 - Quiz
De accijns betaal je direct aan de overheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Er zijn twee soorten sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Iedereen kan aanspraak maken op een volksverzekering en alleen mensen die in loondienst werken kunnen ook aanspraak maken op werknemersverzekeringen, juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een sociale verzekering.
A
WW (werkloosheidswet)
B
WIA (wet inkomen naar arbeidsvermogen)
C
AOW
Slide 10 - Quiz
Hoe worden de sociale verzekeringen betaald
A
premies die inghouden worden op het bruto loon
B
Deze worden betaald met de belastingen
Slide 11 - Quiz
Welke taak van de overheid is hier afgebeeld? Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
Zorg voor de collectieve voorzieningen
B
Zorg voor sociale zekerheid
C
Zorg voor een goed milieu
Slide 12 - Quiz
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen
Slide 14 - Quiz
Als de Nederlandse staat meer uitgeeft dan er binnen komt dan is er een...
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort
C
Rijksbegroting
D
Miljoenennota
Slide 15 - Quiz
Hoeveel rente moest de overheid in 2016 over de staatsschuld betalen?
A
7,9 miljard
B
7,8 miljoen
C
7 miljard
D
7,8 miljard
Slide 16 - Quiz
Een staatsschuld ontstaat door in de jaren met een begrotingstekort:
A
geld uit te geven
B
geld te lenen
C
geld te sparen
D
geld te hebben
Slide 17 - Quiz
Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns
Slide 18 - Quiz
Vennootschapsbelasting is een voorbeeld van
A
accijns
B
BTW
C
Directe belastingen
D
Indirecte belastingen
Slide 19 - Quiz
Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde
Slide 20 - Quiz
Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine
Slide 21 - Quiz
Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?