16. Dezember 2022 / K 3 Unterwegs, Sprechen

Startaufgabe
Welches Wort fehlt auf dem Strich?
fehlen = missen
Tipp: es ist ein Lied und der Titel des Liedes ist der erste Satz (recherchiere im Internet)
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Startaufgabe
Welches Wort fehlt auf dem Strich?
fehlen = missen
Tipp: es ist ein Lied und der Titel des Liedes ist der erste Satz (recherchiere im Internet)
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Sehen und hören
Ihr hört gleich das Lied:
In der Weihnachtsbäckerei.
Aufgabe:
Maak een eigen woordenlijstje (minimaal 5 woorden) aan de hand van de video (Lyrics).
Moeilijke, bijzondere, rare, gekke of vergeten woorden.
Noteer het Duitse woord, na afloop de vertaling

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welche Wörter hast du notiert?

Slide 4 - Slide

Am Ende diesen Stunden

  • kun je iemand de weg wijzen en de weg vragen
Wie?

Hören, sehen und sprechen.

Slide 5 - Slide

Hören, Sehen und Notieren
Kijk naar de volgende video: den Weg fragen.
Noteer de meest belangrijke woorden die je nodig hebt om de weg te wijzen.
Doe dit met z'n tweeën, noteer om en om.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Was habt ihr notiert?

Slide 8 - Slide

Wichtige Wörter und Sätze
Entschuldigung, wo ist hier .....
in der Nähe
Sie gehen jetzt ....
geradeaus
an der Ecke 
nach links/rechts



links/rechts abbiegen
an der Ampel
bei der Kreuzung
an der nächsten Straße...
sofort

Slide 9 - Slide

Aufgabe 1
Arbeitet zu zweit
Ergänze die Liste mit Wörter/Sätze aus der Lernliste und Sprachmittel.
Aufgabe 2
Arbeitet zu zweit
Was? Ga naar Its bronnen en download 'Ortsplan Wien'.
Kies een punt van vertrek en een punt van aankomst en vraag de weg aan je buurman/-vrouw. Wissel van rol. Zo begin je:
Entschuldigung, wie komme ich vom/von der ........ nach dem/der .....
 


timer
10:00

Slide 10 - Slide

Selbständig arbeiten. Wähle aus:
1. die Aufgaben zu A und C Sehen
2. die Aufgaben zu B Wortschatz
3. Einen Text lesen und verstehen (Straßenschilder)
4. übe die Personalpronomen im Nomintaiv, Akkusativ und Dativ
http://www.talenwijzer.com/persoonlijk-voornaamwoord-
personalpronomen-oefenen.html
Fertig? Mache die Hausaugaben 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Die Hausaufgaben für Dienstag
1. Wat zijn Modalverben (kijk op Grammatik E Kapitel 3)?
2. Welke 5 werkwoorden horen bij de Modalverben? Geef ook de vertaling.
3. Zoek op wat de drie kenmerken (in de tegenwoordige tijd) zijn betreffende de vervoegingen (wat hebben ze hetzelfde?)
4 Geef van elk Modalverb een voorbeeld in een zin. (in de tegenwoordige tijd).

Slide 12 - Slide