4.2 - De koning en zijn leenmannen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H4 - Paragraaf 2

De koning en zijn leenmannen

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• Ik kan uitleggen hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde.
• Ik kan uitleggen wat de taak van ridders was. 

Begrippen

• leenheer
  
• leenman
  
• leenstelsel
  
• ridder

Karel de Grote

• 742 na Chr. - 814 na Chr. 
• Koning van de Franken
• Keizer van het Roomse Rijk. 

Weetjes

• Hij kon niet lezen of schrijven. 
• Nieuw lettertype
• Hij was heel groot: 1.90
• Hij had had 19 kinderen bij 10 vrouwen.
• Hij voerde 50 oorlogen.
• Vader van Europa
• Hij werd oud; 72 jaar

Het Roomse Rijk

Het leenstelsel

Leenstelsel

Leenheer

leenman

trouw

belasting

vechten

Ridders

• Soldaten te paard
• Paard, zwaard, schild en lans
• schildknaap

directe bron- heeft rechtstreekse informatie over gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis uit het verleden.

Indirecte bron- gemaakt door iemand die er niet bij was.

Directe en indirecte bronnen

Directe bron:

• Uit de tijd zelf
• Ooggetuigen

Indirecte bron

• later gemaakt
• Waren er niet zelf bij

Waarom werd Karel de Grote, de Grote genoemd?

1. Hij schaamde zich dat hij zo klein was.
2. Zijn vader heette ook groot
3. Hij was groot en had een groot rijk.
4. Hij had een groot gezin

Waarom gaf Karel de Grote stukken van zijn land te leen?

1. Omdat hij heel vrijgevig was.
2. het rijk was te groot om in zijn eentje te besturen.
3. Hij wilde geen groot rijk hebben.
4. Hij werd gedwongen door zijn ridders.

Hoe noem je iemand die stukken land uitleent aan aan anderen (zoals Karel de Grote)

1. Leenman
2. Leenheer
3. Lener
4. Keizer

Hoe noem je iemand die het land leent van een leenheer

1. Heerman
2. lener
3. leenman
4. heerleen

Een boek over Karel de Grote geschreven door iemand die hem heeft gekend. 

Een beeld van Karel de Grote gemaakt in 1349 (ruim 500 jaar na zijn dood)

Directe bron

Indirecte bron

Aan het werk

BK

Maken werkboek 4.2

Blz. 86-87

Opdrachten: 1 t/m 5 

 Aan het werk

KT

Maken werkboek 4.2

Tekstboek blz. 56-57

Werkboek 71-72

Opdrachten: 1-5

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• Ik kan uitleggen hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde.
• Ik kan uitleggen wat de taak van ridders was. 

Begrippen

• leenheer
  
• leenman
  
• leenstelsel
  
• ridder