H 3 en 4 begrippen

Culturele globalisatie
Cultuurgebied
Diffusie
Economische globalisatie
Proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden. Vooral het proces van amerikanisering speelt hierbij een rol.
Gebied met overeenkomsten in cultuur.
De verspreiding en vermenging van vernieuwingen of ideeën over landen en/of bevolkingsgroepen.
Globalisering waarbij de nadruk ligt op de groeiende internationale handel, de directe buitenlandse investeringen en de toegenomen betekenis van multinationals.
1 / 10
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare school

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Culturele globalisatie
Cultuurgebied
Diffusie
Economische globalisatie
Proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden. Vooral het proces van amerikanisering speelt hierbij een rol.
Gebied met overeenkomsten in cultuur.
De verspreiding en vermenging van vernieuwingen of ideeën over landen en/of bevolkingsgroepen.
Globalisering waarbij de nadruk ligt op de groeiende internationale handel, de directe buitenlandse investeringen en de toegenomen betekenis van multinationals.

Slide 1 - Drag question

lingua franca
Global shift
Globalisering
Godsdienst.

Het verschuiven van het economische zwaartepunt op de wereld.
Proces waarbij landen op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied met elkaar verbonden worden.
Een levensbeschouwing die uitgaat van het bestaan van een of meer goden.
Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met een verschillende moedertaal.

Slide 2 - Drag question

Tijd en ruimte compressie
Taal
Mondiaal netwerk
Productieketen

.Cultuurelement dat een belangrijk middel is in de overdracht van informatie, gevoelens en ideeën.
Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne transport- en informatietechnologie daalt.
De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct.
Wereldwijde langdurige en georganiseerde contacten en relaties tussen bedrijven, instellingen en mensen.

Slide 3 - Drag question

Wereldstad
Transporttechnologie
Triade
Productieketen

Moderne technieken waaronder digitale technologie, die het mogelijk maken goederen sneller, goedkoper en op grotere schaal te vervoeren en te distribueren.
De drie macroregio’s (westerse landen) waartussen de grote handelsstromen plaatsvinden.
Handel tussen landen die volledig plaatsvindt volgens de wetten van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde van vrijhandel is protectionisme.
Miljoenenstad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van de economie, de cultuur en de politiek. Heet ook metropool.

Slide 4 - Drag question

Analfabetisme
Bruto regionaal product
Bruto nationaal product
Bruto binnenlands product
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die binnen de staatsgrenzen van een land in een jaar worden geproduceerd.
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die alle staatsburgers van een land in een jaar produceren. .
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die een regio in een jaar produceert.
Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.

Slide 5 - Drag question

Analfabetisme
Bruto regionaal product
Bruto nationaal product
Bruto binnenlands product
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die binnen de staatsgrenzen van een land in een jaar worden geproduceerd.
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die alle staatsburgers van een land in een jaar produceren. .
De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die een regio in een jaar produceert.
Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.

Slide 6 - Drag question

Demografische druk
Demografische transitiemodel
De-industrialisatie
Dekolonisatie
Afname van de productie en de werkgelegenheid in de industrie (onder andere door verplaatsing van het werk naar landen met lagere kosten en minder strenge wetgeving)..
Het politiek onafhankelijk worden van een voormalige kolonie.
De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep (20 - 65 jaar) en de niet productieve groepen (0 - 20 jaar en 65+).
Model dat de overgang laat zien van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers.

Slide 7 - Drag question

Industrialisatie
Multinationale onderneming. (mno)
Regionale ongelijkheid
ruilvoet
Situatie dat er tussen regio’s grote sociaaleconomische ongelijkheid bestaat.
Verhouding tussen het prijspeil van de exportproducten en het prijspeil van de importproducten.
Periode waarin een samenleving voor zijn inkomen steeds sterker afhankelijk wordt van industrie in plaats van landbouw.
Onderneming met vestigingen in meerdere (ten minste twee) landen. Heet ook multinational.

Slide 8 - Drag question

Samenstelling van de beroepsbevolking
Sociale ongelijkheid
verstedelijking
Vestigingskolonie
Procentuele verdeling van de werkende bevolking over de primaire, secundaire en tertiaire sector.
Situatie waarin bevolkingsgroepen, culturen of mensen met een bepaald geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, taal of ander verschil, worden gediscrimineerd op grond van de heersende normen, bijvoorbeeld in kansen op de arbeidsmarkt.
Toename van het percentage mensen dat in de steden woont.
Een overzees gebiedsdeel waar kolonisten zich blijvend vestigen.

Slide 9 - Drag question

Samenstelling van de beroepsbevolking
Sociale ongelijkheid
Financiële dienstverlening.
Wereldsysteem
Procentuele verdeling van de werkende bevolking over de primaire, secundaire en tertiaire sector.
Situatie waarin bevolkingsgroepen, culturen of mensen met een bepaald geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, taal of ander verschil, worden gediscrimineerd op grond van de heersende normen, bijvoorbeeld in kansen op de arbeidsmarkt.
Indeling van de wereld volgens een bepaald model, zoals het centrumperiferiemodel, om de economische en politieke machtsverhoudingen uit te drukken.
Bedrijfstak die zich bezighoudt met het leveren van financiële en andere diensten aan bedrijven of de overheid..

Slide 10 - Drag question