Par. 2.1 De pruikentijd

Leerdoelen
  1. Welke nieuwe ideeën ontstonden er in de 18de eeuw?
  2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?      
  3. De Nederlandse economie.                                                      



timer
3:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  1. Welke nieuwe ideeën ontstonden er in de 18de eeuw?
  2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?      
  3. De Nederlandse economie.                                                      



timer
3:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. Uitleg par. 2.1.              
2. Opdrachten maken 
3. Afsluiten                       

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen antwoorden
  1. Welke nieuwe ideeën ontstonden er in de 18de eeuw?
  2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?

Slide 3 - Slide

De ratio kon alles verklaren
Mensenrechten
rechtsstaat
grondrechten
De drie standen
In de middeleeuwen had je in de samenleving drie standen:
Geestelijken
Adel
Boeren
Elke groep heette  een stand. Letterlijk waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

De Nederlandse economie (1)

  • Regenten (bestuurders), kooplieden en handelaren waren rijk. 

  • Woonden in grote grachtenpanden  in Amsterdam of in grote buitenhuizen (langs de Vecht)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De Nederlandse economie
  • De nijverheid (beroepen waarbij iets gemaakt of bewerkt wordt) en handel gingen achteruit.
 
  • Bedrijven maken minder winst en er kwam steeds meer werkloodheid en armoede.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Voor sommige families ging het wel goed...


  • Ze werden rijk in de 17e eeuw en leenden hun geld nu uit tegen rente.
  • De rijke probeerde de mooie banen in hun eigen of bevriende families te houden.
  • Zo erfden kinderen al op jonge leeftijd titels of kregen ze voorrang bij banen op basis van hun achternaam.




Gerard Bicker was een zoon van Andries Bicker, een van de machtigste koopmannen uit Amsterdam. Gerard had een goed leven. Hij hoefde dankzij de macht en rijkdom van zijn vader niet echt heel hard te werken. Hij zou zo'n 220 kilo hebben gewogen en werd in de volksmond ook wel "de dikke Bicker" genoemd.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Historische vaardigheden. 
Lezen, blz. 108
  • Beschrijvende vragen: als je meer wilt weten over een stituatie of verschijnsel in het verleden. Begint vaak met "hoe". 
  • Verklarende vragen: als je wilt uitleggen waardoor iets is gebeurd. Begint vaak met "waarom". 
  • Waarderende vragen: om te onderzoeken wat jij ergers van vindt. Je geeft een mening, bijv. "was het fijn". 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samengevat.
  • De standenmaatschappij
  • De Nederlandse economie in de 18 eeuw:
    -  nijverheid en handel gingen achteruit.
-  Bedrijven maken minder winst en er kwam steeds meer werkloosheid en armoede. 
  • Rijke families leenden geld uit tegen rente. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De Verlichting (1)
Beweging van mensen die vinden dat met het verstand alles kan worden verklaard en dat de maatschappij op het verstand gebaseerd moet zijn. 

Ontstond in de 18e eeuw in de westerse landen. 
God grijpt niet rechtstreeks in het leven van de mens.
Godsdienst is niet iets wat je kan bewijzen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

In wat geloven de aanhangers van de Verlichting?
  • Mensenrechten: alle mensen zijn gelijk geboren. Bijv. vrijheid van godsdienst en van meningsuiting. 
  • Rechtsstaat: een staat waarin de wet voor iedereen gelijk is en iedereen, ook de koning, aan de wet  moet houden. 
  • Grondwet: papier waar staat hoe het land werd geregeerd en de rechten van de burgers zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten maken
Werkboek par. 2.1 de opdrachten maken

timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Frankrijk vanaf 1700...
Ondernemers in de handel en nijverheid werden rijk, maar hadden minder rechten dan de geestelijken en de edelen. 

Arbeiders en boeren waren heel arm. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in drie standen. 
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De eerste stand: de geestelijkheid. 
Tweede stand: adel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Privileges (1)
Eerste en de tweede stand hadden privileges:
- geen belasting betalen
- eigen rechtbank 
- adel en geestelijkheid bezaten grond. 


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De derde stand
Derde stand, 90% van de bevolking: 

- Boeren in het platteland en de burgers in de steden. 
- Groot verschilt in rijkdom: er waren armen en rijken in de derde stand: 
De rijken: intellectuelen, beïnvloed door de Verlichting, hadden kritiek op de standenmaatschappij. Betaalde belasting, maar mochten niet meeregeren!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Problemen...
  • Als de belastingen werden verhoogd moesten boeren dat betalen. 
  • Ook bij een mislukte oogst moesten boeren belasting betalen. 
  • Rijke burgers konden wel belasting betalen, maar wilden daarvoor graag inspraak in het bestuur. 

  • Kortom: 3de stand betaalde alle beslasting, ze werden steeds armer.
Ontevredenheid overheerst!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen beantwoorden
  1. Welke nieuwe ideeën ontstonden er in de 18de eeuw?
  2. Welke sociale verhoudingen waren er in Frankrijk?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions