herhaling H5 India

Herhaling H5 India
Welkom! Pak je aantekeningen :)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H5 India
Welkom! Pak je aantekeningen :)

Slide 1 - Slide

Het grote plaatje

Slide 2 - Slide

Kolonie
Brits- Indië leverde katoen, 
jute en thee aan moederland Verenigd Koninkrijk

India onafhankelijk in 1947: 
federatie met deelstaten


Slide 3 - Slide

Talen
- verschillende talen
- belangrijkste taal: Hindi
- lingua franca: Engels

Slide 4 - Slide

Godsdiensten
Grootste godsdienst: hindoeïsme

Kenmerken:
- meerdere goden 
- wedergeboorte

Slide 5 - Slide

Kastenstelsel
Samenleving indelen in  sociale groepen het stelsel bepaalt beroep, echtgenoot en leefregels.
Grote sociale ongelijkheid

1950: kastenstelsel afgeschaft

Slide 6 - Slide

banen
 Het kastenstelsel en de  samenleving in India. 

Slide 7 - Slide

Bevolking
Grote en groeiende bevolking:
- nu: 1,4 miljard inwoners
- hoge groene druk
- vruchtbaarheidscijfer neemt af, maar hoger dan in NL
- geboortecijfer daalt in de steden

Slide 8 - Slide

§4.2 Het grote plaatje

Slide 9 - Slide

Indeling in vier gebieden
Op basis van reliëf:

  1. De Himalaya
  2. Het Hoogland van Dekan
  3. De Gangesvlakte
  4. Oost- en westkust 
Himalaya gebergte
Gangesvlakte
Van Delhi tot Kolkata vind je de gangesvlakte. Aan de voet van het Himalaya gebergte dus.
West- en oostkust
Dekan Hoogland

Slide 10 - Slide

Himalaya
Kenmerken:
- noorden van India
- hooggebergte
- veel sneeuw en ijs
 - toppen van > 8.000 m met sneeuw en ijs 
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Welk soort gebergte is het Himalayagebergte?
hoogste top?
Mount Everest: 8848 m

Slide 11 - Slide

Hoogland van Dekan
Kenmerken:    
- hoogvlakte (> 500 m) 
- droog?

- steppe en savanne



waarom droog?

regenschaduw West-Ghats

Slide 12 - Slide

Gangesvlakte
Kenmerken:
- laagvlakte
- dichtbevolkt gebied
- erg vruchtbaar     
Gebied zonder hoogteverschillen, dat lager ligt dan 500 m.

Slide 13 - Slide

Moesson
India kent grote verschillen in neerslag gedurende een jaar: natte en droge tijd

Oorzaak is de moesson = halfjaarlijks van richting wisselende wind.

    

Slide 14 - Slide

Natte tijd
Zomer op het noordelijk halfrond (juni-juli-aug.):
1. lagedrukgebied boven Azië
2. vochtige, aanlandige wind 
3. veel neerslag in India - stuwingsregen
 

Slide 16 - Slide

Droge tijd
Winter op het noordelijk halfrond (dec.-jan.-feb.):
1. hogedrukgebied boven Azië
2. droge, aflandige noordoostenwind 
3. weinig neerslag in India
 

Slide 17 - Slide

Zuidwestmoesson (regenseizoen)

Slide 18 - Slide

Onvoorspelbare moesson
Door klimaatverandering:
natte seizoen heeft veel meer of veel minder regen dan verwacht.

Gevolgen:
óf overstromingen en aardverschuivingen, óf waterschaarste.

Slide 19 - Slide

Een veranderend land 
1990: Indische regering zet sez's (speciaal economische zones) op. Hier hoeven buitenlandse bedrijven weinig belasting te betalen.
Gevolg: rijke landen vestigen hier fabrieken om gebruik te maken van lage lonen. Dit heet outsourcing.

Slide 20 - Slide

Centrum - semiperiferie - periferie
Centrum = rijk, hoge productie, koopkrachtige bevolking, beheerst wereldhandel. (NL)
Semiperiferie = niet arm, niet rijk, gegroeid door industrie. BRICS
Periferie = arm, lage inkomens, lage productie, slechte handel, veel landbouw. (Nigeria)

Slide 21 - Slide

BRIC landen
Wat hebben deze landen met elkaar in gemeen?

Slide 22 - Slide

Globalisering van een Spijkerbroek
Globalisering = betere communicatie (internet), beter transport --> eenvoudiger goederen/kennis over de wereld verspreid.

Slide 23 - Slide

Indiase migranten
Op zoek naar beter betaalde banen en betere leefomstandigheden.

  • VS: hoogopgeleide Indiërs = braindrain (=vertrek van goedopgeleiden) --> vertraagd ontwikkeling India. 
  • Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië, Oman: arbeidsmigranten
    --> sturen geld naar familie.

Door welvaartsgroei in India > goedopgeleide Indiërs komen soms terug
= braingain.

Slide 24 - Slide