Startrekenen les 1 en 2 - H17 schema's

• Rekenen
• Voortgezet speciaal onderwijs

Startrekenen 

Hoofdstuk  17 Schema's

Les 1 

Lesdoel

Aan het einde van de les weet ik:

• dat je in een schema informatie overzichtelijk kunt laten zien
• hoe ik een schema kan aflezen
• hoe ik een legenda gebruik 

Uitleg

Een schema laat zien hoe iets werkt of in elkaar zit.

Je kunt in een schema informatie overzichtelijk laten zien.

Je kunt een schema aflezen. 

Je moet dan weten waar je de informatie die je zoekt in het schema kunt vinden. 

Startvraag: Tegen wie speelt Annet in de finale?

Extra informatie:   Annet speelt een tennistournooi.

Ze wint de kwarfinale met 6-2.

Ze wint de halve finale met 6-3.

Ze moet de finale nog spelen. 

Wie treedt op,
op het hoofdpodium
van 18.00 uur
tot 20.00 uur?

1. DJ Seppe
2. Oetakke
3. DJ Fonkel
4. Ome Aart

Uitleg

Een pijl in je schema laat zien waar je naar toe moet.  

Volg de pijlen die bij het antwoord horen. 

Antwoord

Het is geen mooi weer,
de zolder is vrij
en je bent met meer dan 10 man.

Wat ga je doen volgens het schema?

1. film kijken
2. potje voetbal
3. levend stratego
4. helemaal niets!

Uitleg

Sommige schema's hebben een legenda.

Je gebruikt de legenda om een schema af te kunnen lezen. 

Hoeveel passagiers werden vervoerd,
volgens het schema
in de maand augustus ?

1. 500
2. 450
3. hetzelfde aantal als in april
4. 400, de rest moest zelf zwemmen

Hoeveel bloembollen zijn er volgens
het schema in
de maand maart vervoerd?

1. 300
2. 3000
3. 220
4. 12.000

Startrekenen

H17 Schema's 

Les 2

Lesdoel

Aan het einde van de les weet ik: 

• Hoe ik informatie in een schema kan invullen. 
  

Uitleg

Weet je nog! 

Het is handig om veel informatie in een 

overzichtelijk schema te lezen. 

Je kunt informatie in een schema invullen. 

Je moet dan goed bedenken waar je de informatie 

moet invullen.  

Even oefenen! 

Je hebt onderstaande informatie. 

Misha, Carlo en Henriëtte moeten een poster maken over China.

Ze hebben de taken op de volgende manier verdeeld: 

• Carlo hangt de poster in de kantine op.
• Carlo zoekt foto's op internet.
• Henriëtte schrijft een paar tekstjes bij de foto's met behulp van de informatie. 
• Misha zoekt informatie op internet.
• Samen verwerken ze de tekstjes en foto's in de poster. 

Dit is het schema waarin je de informatie gaat invullen. 

Vul het schema in

Vul het schema in met behulp van het stappenplan. 

Nu jij! Bedenk waar je moet beginnen. 

Zet in de sleepvraag de informatie op de juiste volgorde. 

                    1. Bedenk waar je moet beginnen

                  2. Bepaal de juiste volgorde

                  3. Vul het schema in.

1

2

3

4

5

Mischa zoekt informatie op internet

Carlo zoekt foto's op internet

Henriëtte schrijft een paar teksten bij de foto's met behulp van de informatie. 

Samen verwerken ze de tekstjes en foto's in de poster 

Carlo hangt de poster op in de kantine. 

Welke informatie
moet in vak 2
staan?

2

1. Carlo zoekt foto's op internet
2. Samen verwerken ze de teksten en foto's in de poster.
3. Henriëtte schrijft een paar tekstjes bij de foto's met behulp van de informatie.
4. Carlo hangt de poster in de kantine op

Welke informatie
moet in vak 3
staan?

3

1. Carlo zoekt foto's op internet
2. Samen verwerken ze de teksten en foto's in de poster.
3. Henriëtte schrijft een paar tekstjes bij de foto's met behulp van de informatie.
4. Carlo hangt de poster in de kantine op

Welke informatie
moet in vak 4
staan?

4

1. Carlo zoekt foto's op internet
2. Samen verwerken ze de teksten en foto's in de poster.
3. Henriëtte schrijft een paar tekstjes bij de foto's met behulp van de informatie.
4. Carlo hangt de poster in de kantine op.

Welke informatie
moet in vak 5
staan?

5

1. Carlo zoekt foto's op internet.
2. Samen verwerken ze de teksten en foto's in de poster.
3. Henriëtte schrijft een paar tekstjes bij de foto's met behulp van de informatie.
4. Carlo hangt de poster in de kantine op.

Hoeveel minuten
geeft 1 hokje
in het schema
weer?

3 minuten
Schrijf de
berekening op.

Hoeveel minuten
hardlopen staan er in
totaal bij week 3?

15 minuten hardlopen.
Schrijf de
berekening op.

In welk jaar zitten
er evenveel meisjes
als jongens op
De Postduif?

1. 2009
2. 2010
3. 2011
4. 2012

Hoeveel meisjes
zaten er
in 2011 op
De Postduif?

1. 25
2. 100
3. 125
4. 250

125 meisjes
Schrijf de
berekening op.

In 2012 zaten er
150 meisjes op
De Postduif?
Hoeveel poppetjes
zijn dat?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

In 2012 zaten er in
totaal 250 kinderen
op De Postduif?
Hoeveel blauwe
poppetjes zijn dat?

150

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7