Blok 5, 9 mei

Planning:
- Overzicht belangrijke data komende drie weken!
- Uitleg woordgevoel en objectief / subjectief 
- Opdrachten 38, 39 en 42 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Planning:
- Overzicht belangrijke data komende drie weken!
- Uitleg woordgevoel en objectief / subjectief 
- Opdrachten 38, 39 en 42 

Slide 1 - Slide

Noteer in je agenda: 
- Woensdag 12 mei: geef je titel door van je nieuwe fictieboek deze periode 
- Woensdag 19 mei: formatieve toets werkwoordspelling 
- Donderdag 27 mei: toets Blok 5: spelling, grammatica en schooltaalwoorden + werkwoordspelling blok 1 t/m 5 

Slide 2 - Slide

Woordgevoel 
Stel je de volgende situatie voor:
Je betrapt een jongen erop dat hij steentjes naar gooit naar een familie eendjes. Je besluit dat je wat moet zeggen om hem te laten stoppen. Wat zeg je tegen hem?

1 a: 
Noteer wat jij in deze situatie zou zeggen.

Slide 3 - Slide

Vervolg 
Stel je nu voor, dat de moeder van de jongen er aan komt lopen en niks heeft gemerkt van wat er is gebeurd. Wat zou je tegen zijn moeder zeggen?

1 b;
Noteer wat jij precies tegen de moeder zou zeggen. 

Slide 4 - Slide

Evalueer 
Vergelijk wat je hebt opgeschreven met dat wat je buurman / of buurvrouw heeft opgeschreven. Valt jullie iets op aan jullie taalgebruik in de verschillende situaties? 


Slide 5 - Slide

Over woordgevoel 
Taalgebruikers maken afwegingen welke woorden ze kiezen, afhankelijk van de situatie waarin ze zitten en met wie ze praten. 

Opdracht: herschrijf jouw antwoord van 1A naar zo positief mogelijke bewoordingen.  

Slide 6 - Slide

Objectief en subjectief 
Ken jij het verschil? 




Slide 7 - Slide

Objectief en subjectief 
Ken jij het verschil? 

Objectief = gebaseerd op feiten. Is controleerbaar. 

Subjectief = gebaseerd op een mening.




Slide 8 - Slide

Bedenk zelf een voorbeeld van een objectieve en een subjectieve uitspraak.

Slide 9 - Open question

Zelfstandig werken 
Werk nu aan de volgende opdrachten: 

- opdracht 38 en 39, p. 245 
- opdracht 42, p. 249 



Slide 10 - Slide