Les 1 - trede 6

Welkom bij Nederlands
Pak alvast je leesboek erbij! 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Pak alvast je leesboek erbij! 

Slide 1 - Slide

Stillezen
10 minuten, in stilte. 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Lesprogramma
- vorige les; 
- uitleg trede 6 (3 minuten); 
- instructie rood en oranje (15 minuten); 
- uitleg groepen A, B en C voor de instructietafel (2 minuten); 
- zelfstandig werken (20 minuten); 
- volgende les. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Oranje: Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat hoofd- en bijzinnen zijn. 

Aan het eind van de les heb je geoefend met hoofd- en bijzinnen. 

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Rood: Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat hoofd- en bijzinnen zijn. 

Aan het eind van de les heb je geoefend met hoofd- en bijzinnen. 

Slide 6 - Slide

Terugblik 
Wat hebben we de vorige les gedaan? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat betekent het woord 'enkelvoud'?

Slide 9 - Open question

Wat is goed?
Een enkelvoudige zin heeft...
A
meerdere persoonsvormen
B
één persoonsvorm

Slide 10 - Quiz

Enkelvoudige zin
Enkelvoudige zin: 
Een zin met één persoonsvorm. 

1. Ik loop naar school. 
2. Jij vindt hem leuk. 

Slide 11 - Slide

Wat is een samengestelde zin?
A
een zin met 1 onderwerp
B
een zin met 1 persoonsvorm
C
een zin met 2 of meer persoonsvormen
D
een zin zonder onderwerp

Slide 12 - Quiz

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen. 

1. Hij rent, omdat hij haast heeft.  
(hoofdzin + bijzin)

2. Ik eet een broodje en ik drink een glas melk. 
(hoofdzin, hoofdzin)


Slide 13 - Slide

Hoofdzin
Bijzin
1. Onderwerp + de persoonsvorm staan naast elkaar. 

2. Persoonsvorm = meestal eerste of tweede zinsdeel. 
1. Tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan meestal wel andere woorden. 

2. Persoonsvorm meestal aan het einde van de zin. 

3. Kan niet zonder een hoofdzin. 

Slide 14 - Slide

Hij rent, omdat hij haast heeft.
A
eerst hoofdzin, dan een bijzin
B
eerst een bijzin, dan een hoofdzin

Slide 15 - Quiz

Ik lach en ik eet.
A
eerst een bijzin en dan een hoofdzin
B
eerst een hoofdzin en dan nog een hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Dus...
Hoofdzin: persoonsvorm + onderwerp naast elkaar. 

Bijzin: kan niet alleen staan, + onderwerp en persoonsvorm ver uit elkaar. 

Slide 17 - Slide

timer
20:00

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Oranje: Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat hoofd- en bijzinnen zijn. 

Aan het eind van de les heb je geoefend met hoofd- en bijzinnen. 

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
Rood: Aan het eind van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat hoofd- en bijzinnen zijn. 

Aan het eind van de les heb je geoefend met hoofd- en bijzinnen. 

Slide 20 - Slide

Volgende les 
Oranje
Aan de slag met voegwoorden. 

Rood: 
Aan de slag met deelonderwerpen en schrijfplan. 

Slide 21 - Slide

Welkom bij Nederlands
Pak alvast je leesboek erbij! 

Slide 22 - Slide