This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Rekenen aan rechthoekige driehoeken
Een inleiding in de goniometrie
Slide 1 - Slide
Hiernaast zie je een hoogtekaart. De coördinaten van punt A zijn (200, 600, 100)
Voor de Z-coördinaat lees je de hoogtelijn af.
Wat is de coördinaat van punt H?
Slide 2 - Open question
Hiernaast zie je een hoogtekaart. De maten zijn in meters.Stel er loopt een kabel van punt A naar punt B.Schets de situatie met maten erbij. Bereken hoe lang de kabel is.
Slide 3 - Open question
Welke hoeken ken
je bij naam?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Welke bijzondere driehoeken ken je bij naam?
Slide 6 - Mind map
Slide 7 - Slide
Gelijkvormige driehoeken
Een derde manier voor het rekenen aan driehoeken is het gebruik maken van gelijkvormigheid. Een opdracht heeft dan vaak één van deze vormen:
Slide 8 - Slide
Bij welke driehoek kan je de stelling van Pythagoras gebruiken?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkbenige driehoek
C
gelijkzijdige driehoek
D
bij alle soorten driehoeken
Slide 9 - Quiz
Welke rekenaanpak gebruik je?
pythagoras
vergrotingsfactor
driehoeksom
goniometrie
Slide 10 - Drag question
De kleinste man is 1,28 m. Hoe groot is de grootste man?
Slide 11 - Open question
Wat kan je NIET berekenen aan/in/van een driehoek?
A
De lengte van een zijde
B
De oppervlakte
C
De inhoud
D
De grootte van een hoek
Slide 12 - Quiz
De drie hoeken van een driehoek zijn samen
A
90 graden
B
120 graden
C
180 graden
D
360 graden
Slide 13 - Quiz
180 graden driehoeksom
Slide 14 - Slide
Stel dat van driehoek ABC hoek A = 40 en hoek B = 80 graden. Hoe groot is hoek C?
Slide 15 - Open question
Hoek C is als tophoek van de driehoek 38 graden. Bereken de hoeken A, B, D en E
Slide 16 - Open question
EC = 2 cm BC = 4,8 cm en ED = 1,7 cm
Hoe groot is AB?
Slide 17 - Open question
Hoe heten dit soort "driehoeks-combinaties" ?
A
Gelijkbenige driehoeken
B
Gelijkvormige driehoeken
C
Gelijkzijdige
driehoeken
D
Parallelle
driehoeken
Slide 18 - Quiz
Stelling
van
Pythagoras
Slide 19 - Slide
Bereken AC
Slide 20 - Open question
Namen van de driehoek-zijde
-lange zijde en kortezijden (of rechthoekzijden)
- aanliggend, overstaand en schuine zijde
- afstand en hoogte
Slide 21 - Slide
Als er in een driehoek geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) spreek je van de tangens ipv hellingsgetal!
Slide 22 - Slide
Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek A?
A
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde
Slide 23 - Drag question
Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek C?
C
komt niet voor
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde
Slide 24 - Drag question
Hellings ......
( ..... getal)
..... percentage
..... hoek
Slide 25 - Slide
Hellings ....
Hellingsgetalverhouding tussenoverstaande en aanliggende zijde.
50:250 = 0,2
Hellingspercentage = hellingsgetal x 100 = 0,2 x 100 = 20%