Woordenschat hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

20 minuten lezen

Huiswerk controleren 

Uitleg en quiz met bordjes : omschrijving 

Hoofdstuk 2 Opdracht 1, 2 en 

Nabespreken schriftelijke overhoring

Woordenschat hoofdstuk 2

Een omschrijving zoeken

START

Na deze les kun je:

- De betekenis van een moeilijk woord vinden door de omschrijving van dat woord in de tekst te zoeken?

woordenschat

WOORDENSCHAT

een omschrijving zoeken

Soms weet je de betekenis van een woord in een tekst niet.

In een tekst staat soms uitgelegd wat een woord betekent.

Die omschrijving (betekenis) staat soms in een andere zin in de tekst,

of tussen haakjes achter het woord.

Je moet goed lezen, want er staat niet altijd:

'dat betekent' of 'dat is'.

WOORDENSCHAT

een omschrijving zoeken

Bij de entree (ingang) kun je een kaartje kopen voor de show.

Meteorlogen zijn mensen die het weer voorspellen voor hun beroep.

Een omschrijving zoeken

1. Tussen haakjes of komma's

2. De betekenis staat in de volgende zin. 

3. De betekenis staat in de vorige zin. 

Start opdracht

1. Werk in je koppel. 

2. Verzin allebei twee omschrijvingen voor het woord fantastisch. Noteer allebei je antwoord in je schrift. 

3. Lees de omschrijvingen voor. 

4. Samen kies je de beste omschrijving. 

Iedere leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei zaken.
Wat is een ander woord voor 'coach'?

1. een sportteam
2. een trainer
3. een vaste begeleider
4. een nieuwe leerling

De nieuwste hype is dat jongens en mannen rokken gaan dragen. Zoiets nieuws wat ineens sterk de aandacht trekt, is meestal tijdelijk.
Wat is een ander woord voor 'hype'?

1. meestal tijdelijk
2. iets nieuws dat de aandacht trekt
3. jongens en mannen
4. ineens

Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.
Wat is een ander woord voor 'letterlijk'?

1. de theorie
2. overschrijven
3. Je moet
4. precies zoals het er staat

'Als je deze maand elke gymles present (aanwezig) bent, trakteer ik op een broodje', zie de mentor in de groepsapp.
Wat is een ander woord voor 'present'?

1. aanwezig
2. afwezig
3. trakteer
4. broodje

Aan de slag

WAT: opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 2 woordenschat vanaf bladzijde 50

HOE: samenwerken mag met je tweetal. 

HULP: Je overlegt eerst met de tweetal en daarna kun je het aan mij vragen. 

TIJD: 20 minuten

UITKOMST: De volgende les bespreken we de antwoorden.

Wat vond je van de les?