Hoofd -en bijzaken 2vwo

Hoofd -en bijzaken 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofd -en bijzaken 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
2. Ik kan kernzinnen herkennen.
3. Ik kan een korte tekst samenvatten. 

Slide 2 - Slide

Hoofd- en
bijzaken?

Slide 3 - Mind map

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken: de belangrijkste informatie in een tekst.
--> staan vaak op voorkeursplaatsen in de tekst, zoals de inleiding en het slot. 
Bijzaken: wat niet zo belangrijk is. 
Vaak voorafgegaan door een signaalwoord. 

Slide 4 - Slide

Kernzinnen 
Bijna iedere alinea heeft hoofd- en bijzaken.
De hoofdzaak van een alinea staat in de kernzin. --> de eerste, tweede of laatste zin van een alinea. 
Om de kernzin heen vind je vaak een uitleg of voorbeeld. Soms heeft een alinea geen kernzin. Dan moet je er zelf één maken.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 
Klas 48 uur zonder telefoon
Leerlingen van de onderbouw van het Lorentz Lyceum uit Arnhem hebben onlangs succesvol meegedaan aan een experiment waarbij ze gedurende twee dagen geen mobiel, games of sociale media mochten gebruiken. 'De No Phone Challenge was flink afkicken', zegt de mentor. De leerlingen vonden zelf dat ze veel socialer waren, zowel in de klas als thuis. De pauzes leken langer en werden leuker bevonden. 'We gingen spellen doen en ik sprak mijn klasgenoten meer', soms een leerling op. 'We hadden ook meer tijd voor huiswerk.'

Wat is de kernzin? 

Slide 6 - Slide

Schema / samenvatting 
De tekst moet ook worden onthouden... 
Hoe? --> Schema of samenvatting


Slide 7 - Slide

Schema van een tekst maken
1. Lees de tekst goed door.
2. Onderstreep de hoofdzaken. Let hierbij op voorkeursplaatsen en opvallend gedrukte woorden.
3. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst en werk hierbij met nummers, dots, streepjes en pijlen.

Slide 8 - Slide

Samenvatting van een tekst maken
1. Lees de tekst goed door.
2. Onderstreep de hoofdzaken. Let hierbij op voorkeursplaatsen en anders gedrukte woorden.
3. Neem de kernzinnen en andere hoofdzaken over. Maak er een samenhangende tekst van door tekstverbanden met behulp van signaalwoorden aan te geven. 

Slide 9 - Slide

Lees de volgende uitspraken over hoofd- en bijzaken.

1. Hoofdzaken staan meestal alleen in het begin van een tekst.
2. Als je een signaalwoord ziet, weet je dat er een bijzaak volgt.

Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 10 - Quiz

Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Grondig lezen

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen een hoofd- en bijzaak?
A
Een hoofdzaak is het belangrijkste in een tekst
B
Een bijzaak is het belangrijkste in een tekst
C
Een hoofdzaak is minder belangrijk in een tekst
D
Een bijzaak is minder belangrijk in een tekst

Slide 12 - Quiz

Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.
Minder belangrijke informatie.

Slide 14 - Drag question

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 17 - Open question

Met welk doel heeft de auteur de tekst vooral geschreven?
A
de lezer amuseren
B
de lezen informatie geven
C
de lezer overtuigen
D
de lezen overhalen om iets wel of niet te doen

Slide 18 - Quiz

In welke zin van alinea 1 staat de belangrijkste informatie van die alinea?

Slide 19 - Open question

Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?

Slide 20 - Open question

Wat is de belangrijkste zin van alinea 3?

Slide 21 - Open question

Wat is de belangrijkste zin van alinea 4?

Slide 22 - Open question

Wat is de belangrijkste zin van alinea 5?

Slide 23 - Open question

Deelonderwerp
Onderwerp
Hoofdgedachte
Haal woord(en) uit de kernzin van de alinea
Lees: titel, inleiding --> woord(en) uit de kernzin, slot, bekijk plaatjes
Vaak kernzin uit de inleiding of het slot (4 keuzes

Slide 24 - Drag question

Slot
Kern
Inleiding
Deelonderwerpen
Tussenkopjes
Conclusie
Alinea's
Samenvatting
Onderwerp
Kernzin

Slide 25 - Drag question