Examentraining Biologie VWO def

Examentraining VWO
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examentraining VWO

Slide 1 - Slide

Examen biologie vwo
Examenzittingen

Tijdvak 1: dinsdag 14 mei 2024   13:30-16:30 uur
Tijdvak 2: vrijdag 25 juni 2024    13:30-16:30 uur

Slide 2 - Slide

Wat neem je mee naar het biologie examen?
  • Tijdens je examen gerbuik je een BINAS van school 
  • Het gebruik van een niet-grafische rekenmachine is toegestaan.
  • Verder meenemen naar je examen: (reserve-)pen, tekenpotlood, gum,
       geodriehoek, arceerstiften en eventueel een woordenboek NL.
  • Tijdens je examen mag je NIKS lenen van anderen. 

Slide 3 - Slide

Wat moet je KUNNEN?

Slide 4 - Slide

Wat moet je KENNEN?

Bijna alles van vwo4-5-6
(behalve: levenscyclus mens en plant, DNA replicatie, celcyclus, gedrag/seksualiteit en bouw spieren/oog/oor niet)

Twijfel je?
Bekijk de syllabus vwo biologie 2024 -> examenblad.nl 
LET OP! de details staan in het boek!

De volgende slides gaan over de DOMEINEN en DEELCONCEPTEN

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Uitdelen van alle begrippen in de verschillende subdomein
Highlight de begrippen die je al kent van pagina 1
Zoek de begrippen op die je nog niet kent
overige met je buur/-man/-vrouw

Slide 7 - Slide

Wat moet je
KUNNEN? 
algemene vaardigheden
Vergeet niet het toepassen van de natuurwetenschappelijke methode!

Slide 8 - Slide

Welk type vragen kom je tegen?
  • Open vragen: aantal punten meestal gelijk aan aantal
      denkstappen
  • Meerkeuze vragen

In de examens kunnen meerkeuzevragen voorkomen voor
1 punt en voor 2 punten. Het aantal punten dat aan een  meerkeuze-vraag wordt toegekend, hangt in principe samen met het aantal denkstappen dat de kandidaat moet maken om tot het antwoord te komen.
LET OP!

Slide 9 - Slide

Er zijn verschillende soorten open vragen
Hoe te herkennen?
Feitenkennis
Noem..
Met welke term…
Wat is…
Geef een omschrijving van …
Verklaring / toelichting
Geef een verklaring voor…
Inzicht
Leg uit….
Bereken…
Mening
Beargumenteer…
Vaardigheden
Formuleer een hypothese
Maak een werkplan
Beschrijf een werkwijze…
Trek een conclusie

Slide 10 - Slide

Type vragen die vaak terug komen
- vragen op verschillende organisatieniveaus 
- rekenen (altijd 1)
- werkplan maken
- afweer (meestal 2 à 3)
- bloedsomloop
- duurzaamheid: ecologie/mens en milieu


Slide 11 - Slide

Belangrijk bij examenvragen oplossen
Goede analyse van het type vraag: veel voorkomende vormen
-oorzaak en gevolg
-vorm en functie
Train jezelf om biologisch te associëren!

Slide 12 - Slide

Examenvraag
  • Riccardo had koorts. Bij koorts is het temperatuurcentrum in de hersenen ingesteld op een hogere temperatuur dan 37oC. De verpleegkundige constateerde dat Riccardo rilde, een bleke kleur had en dat zijn lichaamstemperatuur nog steeds opliep.
  • Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt. (2p)
  • Doe de VOKBBBOB!       Welk type vraag is dit?

Slide 13 - Slide

Examenvraag (VO-)
  • Riccardo had koorts. Bij koorts is het temperatuurcentrum in de hersenen ingesteld op een hogere temperatuur dan 37oC. De verpleegkundige constateerde dat Riccardo rilde, een bleke kleur had en dat zijn lichaamstemperatuur nog steeds opliep.


Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt. (2p)
instructie-werkwoord
oorzaak
verband
gevolg

Slide 14 - Slide

Examenvraag (-KBB-)
 Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt.
Verband leggen: wat heeft rillen met temperatuurstijging te maken? 
Rillen betekent bewegen, dus gebruik van spieren dus verbranding dus warmteproductie! 
Dit zijn dus de denkstappen die je moet maken.
Nu nog formuleren met de juiste biologische termen!

Slide 15 - Slide

Examenvraag (-BOB) bron niet nodig in dit geval 
Leg uit hoe door rillen de lichaamstemperatuur stijgt.
Door rillen stijgt de lichaamstemperatuur omdat: rillen wordt veroorzaakt door spiersamentrekkingen (1p) en hierbij komt warmte vrij (door dissimilatie) 1p waardoor de lichaamstemperatuur stijgt.

Slide 16 - Slide

Examenvraag
  • Door de training is ook het aantal haarvaten in Maartens skeletspieren toegenomen. Hierdoor kan in de skeletspieren meer aerobe dissimilatie plaatsvinden.
2p 2 Leg dit uit aan de hand van de wet van Fick. 

  • Welk type vraag zien we hier terug?
  • vorm-functie/oorzaak-gevolg

Slide 17 - Slide

Biologisch associëren
  • Meer haarvaten -> verhoogde aerobe dissimilatie
  • Haarvaten transporteren bloed met zuurstof naar de cellen/weefsels
Meer haarvaten-> meer diffusie van zuurstof in de cel
zuurstof in de cel -> gebruik voor aerobe dissimilatie
  • Wet van Fick (check je binas): diffusiesnelheid= D * A *     c/      x 
  • Meer haarvaten vergroot het diffusieoppervlak -> A

Slide 18 - Slide

Antwoord
  • Door de training is ook het aantal haarvaten in Maartens skeletspieren toegenomen. Hierdoor kan in de skeletspieren meer aerobe dissimilatie plaatsvinden.
  • 2p 2 Leg dit uit aan de hand van de wet van Fick.
  • Door toename van het aantal haarvaten neemt ook het diffusie-oppervlak (de letter A in de WvF) toe, waardoor het transport van zuurstof naar de cellen toeneemt en daarmee ook de aerobe dissimilatie. 

Slide 19 - Slide

Veel gemaakte fouten:
- Geen antwoord geven op de vraag
- Onvolledige antwoorden (gebruik hele zinnen!)
- Alleen vraag herhalen (geen uitleg/nieuwe informatie)
- Te snel naar antwoord willen (werk denkstappen uit!)
- Meer redenen of voorbeelden geven dan gevraagd
- Alleen standpunt of mening geven zonder onderbouwing.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

antwoord op rekenvraag bloedsomloop
HMV=SV x HSF
Dus 70 x 70 =4900 ml (of 4,9L)
Inspanning zorgt voor HSF van 200 en een HMV dat 5x zo hoog is HMV is dan 5x4900L= 24500 ml (of 24,5L), alles invullen in formule geeft:
24500= SV x 200 ---> SV= 122,5 ml
Dan nog % verandering berekenen: 122,5-70 / 70 x 100 = 75%  --> antwoord D
Bij open vragen:
BIJ BEREKENINGEN ALTIJD DE EENHEID NOTEREN!!!

Slide 22 - Slide

Grafieken tekenen
Je doet een onderzoek naar de invloed van verschillende zoutconcentraties in het milieu op de hartslagfrequentie van een watervlo. Je moet een grafiek tekenen. 
Hoe ziet deze eruit? 
Wat zet je op de x-as en wat zet je op de y-as?


Slide 23 - Slide

Grafieken tekenen
Op de X-as komt dan de zoutconcentratie (je stopt namelijk de watervlo in vooraf bepaalde zoutconcentraties), op de Y-as komt de hartslagfrequentie (deze wil je onderzoeken/ meten).
Samengevat:
X-as: wat je weet (onafhankelijke variabele)
Y-as: wat je meet (afhankelijke variabele)

LET OP: zorg dat je de assen ook benoemt, inclusief grootheid (zoals tijd) en eenheid (zoals minuten). Zorg ook voor een mooie schaalverdeling. Teken de meetpunten én de grafieklijn, meestal een vloeiende lijn waar je geen liniaal voor gebruikt! Laat de lijn alleen door het 0,0 punt (de oorsprong) gaan als dat logisch is en uit de gegevens blijkt! Zorg voor een legenda.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Aanbevolen youtube kanalen voor examentraining:

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Regels voor het maken van een werkplan:
  • Bepaal de afhankelijke variabele, dus wat moet er gemeten worden (y-as)?
  • Verander slechts 1 variabele, de onafhankelijke variabele (x-as).
  • Maak 1 of meerder experimentele groepen plus een (negatieve) controlegroep. Beschrijf de verschillende groepen.
  • Noteer ALTIJD : Alle overige omstandigheden blijven gelijk. Soms moet je die in detail beschrijven voor de onderzoeksgroepen.
  • Beschrijf hoe je de resultaten gaat vergelijken: ga je ze meten, tellen, etc
  • Herhaal alle metingen (2-3 keer)
  • Vergelijk de resultaten (van de experimentele groepen en trek een conclusie (of geef terugkoppeling aan de hypothese)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 34 - Slide

Volgende les analyse en maken CE 2023-tijdvak 1

Dit examen gaan we analyseren
en bespreken in de komende 4 lessen.

GA NIET ZELF NAKIJKEN - dus niet spieken !!!!!

Slide 35 - Slide