paragraaf 4.3: Europa verenigd in verscheidenheid

paragraaf 4.3: Europa verenigd in verscheidenheid
Basisboeknummers
B152 vergrijzing en ontgroening
B160 Economische migratie
B246 Economische systemen
B267 Economische machtsblokken
B268 Europese integratie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

paragraaf 4.3: Europa verenigd in verscheidenheid
Basisboeknummers
B152 vergrijzing en ontgroening
B160 Economische migratie
B246 Economische systemen
B267 Economische machtsblokken
B268 Europese integratie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Je weet hoe de Europese Unie is ontstaan
  • Je weet wat de doelen zijn van de Europese Unie
  • Je weet wat de voor-en nadelen zijn van de interne markt
  • Je weet welke regionale verschillen er in Europa zijn en hoe je die kunt verklaren
  • Je weet welke migratiestromen er zijn binnen Europa en hoe je die kunt verklaren 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

BBNR 246 Economisch systeem = de manier waarop in een staat de productie van goederen is geregeld.
Er zijn er twee:
vrije markteconomie en planeconomie

Slide 4 - Slide

Vrijemarkteconomie
-Belangrijkste economische systeem
-Vrije ondernemerschap
-Prijs door vraag en aanbod

Slide 5 - Slide

Planeconomie
Er zijn landen waar:
- de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. 
-de overheid is eigenaar van de productiemiddelen natuur, kapitaal en arbeid

China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog.

Slide 6 - Slide

Vrijemarkteconomie vs. Planeconomie
type economie
verschil 1
verschil 2
planeconomie
Bedrijven zijn eigendom van de staat.
De overheid bepaald de productie: wie, wat en hoeveel.
vrijemarkteconomie
Er is vrij ondernemerschap
Productie wordt bepaald door vraag en aanbod
Europese Unie heeft een vrijemarkteconomie

Slide 7 - Slide

Doelen EU
  1. Het voorkomen van oorlog. 
  2. Economische samenwerking: 

- Vergroten van welvaart;
- Makkelijker om handel te drijven; 
- Steun aan achtergebleven gebieden.
3.  Aanpak gemeenschappelijke problemen. Voorbeelden? 


Slide 8 - Slide

Twee machtsblokken
BBNR 267
Vanaf 1945 zijn er twee machtsblokken:
  • Westblok: VS en bondgenoten
  • Oostblok: SU en bondgenoten. 
Beide machtsblokken waren bezig met een wapenwedloop
De naam "Koude Oorlog is omdat er niet gevochten is tussen Oost en West. 

Slide 9 - Slide

B267 Economische machtsblokken

Economisch machtsblok = gebied dat economisch sterk is doordat:
  • Er veel goederen worden geproduceerd
  • En er een grote koopkrachtige markt is.
    BV: Europese Unie, NAFTA, ASEAN

Slide 10 - Slide

Migratie
De economische verschillen leiden tot veel migratie van jonge mensen van Oost- naar West-Europa.
 Oost-Europa: emigratie
 West-Europa: immigratie

Slide 12 - Slide

BB160 Economische migratie
De economische verschillen binnen Europa hebben grote demografische gevolgen. Veel migratie van het oosten van Europa naar het westen.
  • Emigratie en immigratie
  • Vergrijzing: vertrek van jongeren plattelandsgebieden
  • Ontgroening: Minder geboortes afname van jongeren
Selectieve migratie
Een bevolkingsgroep met specifieke kenmerken migreert.
-leeftijd
-geslacht
-opleidingsniveau
-inkomen

Slide 13 - Slide