This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Thema 4: Voeding en vertering
Basisstof 5: De organen voor vertering
Slide 1 - Slide
Doel van de les:
Je kunt de onderdelen van het verteringsstelsel benoemen en aangeven welke functie deze onderdelen van het verteringsstelsel hebben.
Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Waar wordt je voedsel verteerd?
Verteringsstelsel
Slide 4 - Slide
Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: enzymen in het speeksel
maken zetmeel kapot. Zo wordt het een
papje.
Slide 5 - Slide
Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: in maagsap zitten enzymen die het eten verteren. Daarnaast doodt maagzuur de bacteriën die binnen komen.
Slide 6 - Slide
Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap uit de alvleesklier en gal uit de galblaas komen bij het voedsel. Alvleessap gaan verder met de vertering van zetmeel en eiwit en beginnen met de vertering van vet. Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes. Het is een
hulpstof.
Slide 7 - Slide
Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal
4. Dunne darm: darmsap komt bij de voedselbrij. Enzymen maken de vertering van zetmeel en eiwitten af.
Slide 8 - Slide
Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal
4. Dunne darm: darmsap
Slide 9 - Slide
Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
Slide 10 - Slide
Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
Slide 11 - Slide
Wat gebeurt er in je dikke darm?
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Thema 4 voeding en vertering
Basisstof 5 De organen voor vertering
Maken:
Opdrachten 28, 30, 31, 32, 33, 34 , 35, 36, 37 in je boek