Basisstof 5: Transport door membranen deel 2

BS 5 Transport door membranen
Deel 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BS 5 Transport door membranen
Deel 2

Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke situatie bij een plant is te vergelijken met het openbarsten van een rode bloedcel door osmose?
A
Plasmolyse
B
Turgor
C
Isotone oplossing

Slide 5 - Quiz

Verplaatsing van water over een membraan van een lage zoutconcentratie naar een hoge zoutconcentratie
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet

Slide 6 - Quiz

Welk type molecuul kan op deze manier door het membraan?
A
glucose
B
natrium-ionen
C
vetten
D
zuurstof

Slide 7 - Quiz

Deel 2 van de basisstof
  • Het celmembraan is semipermeabel
  • Passief transport 
  • Actief transport

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt

Slide 9 - Slide

Membranen zijn semipermeabel
  • Celmembranen en membranen van organellen zijn semipermeabel. 
  • Diffusie en osmose spelen daardoor een belangrijke rol bij het transport van stoffen.
  • Kleine moleculen zoals O2 en CO2 kunnen het membraan                          passeren via diffusie.
  • Grotere moleculen worden getransporteerd via eiwitten.
  • Watermoleculen hebben een speciaal transport eiwit: aquaporines

Slide 10 - Slide

Typen membraantransport 
  • Passief transport: kost geen energie, gaat met concentratieverval mee (hoge naar een lage concentratie van een bepaalde stof)
  • Actief transport: kost wel energie, gaat tegen concentratieverval in      (lage naar een hoge concentratie van een bepaalde stof)


Slide 11 - Slide

Passief transport
Diffusie en osmose
Watertransport
Ionentransport
Grotere moleculen
Fosfolipiden 
Aquaporines
bv. water
bv. Na+, Cl-, K+
bv. glucose
bv. O2 en CO2
Ionenkanaaltjes
Transporteiwitten
Diffusie
Gefaciliteerde diffusie

Slide 12 - Slide

Transporteiwitten
  • Binden specifieke moleculen en transporteren ze van buiten naar binnen of omgekeerd. 
  • Transporteiwitten maken het transport van grote moleculen zoals glucose mogelijk. 
  • Wanneer een glucosemolecuul bindt aan het transporteiwit, verandert de vorm van het eiwit. 

Slide 13 - Slide

Actief transport
  • Transporteiwitten kunnen stoffen ook transporteren tegen het concentratieverval in. 
  • Stoffen gaan dan via het membraan van een lage naar een hoge concentratie. 
  • Voor deze vorm van transport is energie nodig.  
--> Meestal in de vorm van ATP


Slide 14 - Slide

Passief vs. actief transport

Slide 15 - Slide

Diffusie
actief transport
gefaciliteerd transport
passief transport

Slide 16 - Drag question

Niet waar
Waar
Bij actief transport worden stoffen van een hoge naar een lage concentratie verplaatst.
Bij passief transport is geen energie nodig en bij actief transport wel.
Passief transport vindt plaats door diffusie, osmose en transporteiwitten.
Diffusie vindt alleen plaats door een semipermeabele wand.

Slide 17 - Drag question

Huiswerk
Opdracht 85 t/m 91

Slide 18 - Slide