Schrijven: betoog - Woordenschat & woordgebruik

Presentaties
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Presentaties

Slide 1 - Slide

Je hebt onderzoek gedaan in het hotel/restaurant waar je stage loopt. De resultaten in een schaal van 1-10 staan hieronder.
 
Prijs/kwaliteit 6
Menu 8
Bediening 5
Wijnkaart 7
Hygiëne 8

Schrijf een verslag van dit onderzoek voor het management van jouw hotel/restaurant.
Beschrijf hoe je het onderzoek hebt uitgevoerd.
Beschrijf de resultaten en wat opmerkingen van gasten (zelf verzinnen).
Kom met een voorstel om de bediening te verbeteren.
Sluit af met een conclusie.


Vorige week

Slide 2 - Slide

Agenda aankomende periode Nederlands
Studiedag
Brief, persoonlijk/informeel      - Afstemming op doel
Voorjaarsvakantie
Mail, zakelijk/formeel                 - Afstemming op publiek
Verslag                                           - Samenhang & Leesbaarheid
Betoog                                           - Woordenschat & woordgebruik
Training leiden
Examentraining
Examentraining
Eind blok 7 - Examen Schrijven

15 feb.................... 
22 feb...................
1 maart............... 
8 maart............. 
15 maart.............
22 maart............ 
29 maart.............
5 april...................
12 april.................
19 april.................. 

Slide 3 - Slide

Wat moet je kunnen?
Teksten
  • Brief - zakelijk/formeel
  • Mail - persoonlijk/informeel
  • Verslag
  • Betoog
  • Formulier invullen
  • Memo
                                            

Eisen
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Samenhang & leesbaarheid
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica

Slide 4 - Slide

Woordenschat 
Gemiddeld 14.000 tot 20.000 woorden 

Slide 5 - Slide

Singaporetest 70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met
een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen.
- - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -.
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar
dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 6 - Slide

Singaporetest 80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me.
We hebben geen - meer. Singapore is maar een
klein - met een sterk groeiende bevolking . We -
met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik -
een huis met een - aan beide - , het liefst er -.
Voor de meeste mensen is dit nog steeds de -
wijze van wonen, maar dat is een niet meer te -
- geworden.

Slide 7 - Slide

Singaporetest 90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore
tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is
maar een klein eiland met een sterk groeiende
bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we
niet anders kunnen. - - ik wil iedereen een huis met
een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor
de - mensen is dit nog steeds de ideale manier
van wonen, maar dat is een niet meer te - -
geworden.

Slide 8 - Slide

Singaporetest 100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen
me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een
klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen
met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals
ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het
liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de
ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te
realiseren droom geworden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Lage score?

Slide 11 - Slide

Aanraders voor zorgmedewerkers
Hendrik Groen: Dementie
Hanneke Joosten: Psychiatrie
Karin Weidekamp: Leven met n.a.h. 
Esther Verhoef: Kraamzorg
Heleen van Royen: Postnatale depressie 
Hugo Borst: Ouders met dementie en klachten
Marc de Hond: Leven met een dwarslaesie 
Caroline van den Kommer of Marlies Kieft: Downsyndroom
Carol Dweck: Mindset

Slide 12 - Slide

Opdracht 22-3-22
Sociale media: een lust of een last?

Je schrijft een betoog over jouw standpunt met een inleiding, kern en slot.
In jouw betoog:

Beschrijf je duidelijk jouw standpunt over sociale media. Vind je ze een lust of een last?
Geef minimaal drie argumenten voor jouw standpunt.
Geef bij elk argument een voorbeeld.
Sluit af met een korte samenvatting van je argumenten.

Slide 13 - Slide

Voortgang 
Zie Excel

Slide 14 - Slide