This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Hoe heet de laag lucht rondom de aarde?
A
Dampkring
B
Ozonlaag
C
Horizon
D
Atmosfeer
Slide 2 - Quiz
Neemt de druk toe of af als je een berg beklimt?
A
Drukt neemt toe
B
Druk neemt af
C
Druk blijft gelijk
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je een ruimte waar geen lucht in zit
A
Luchtledig
B
Vacuum
C
Lage Luchtdruk
D
Hoge Luchtdruk
Slide 4 - Quiz
Hoeveel is 1005hPa in mBar
A
1005 mBar
B
100,5 mBar
C
10050 mBar
D
100500 mBar
Slide 5 - Quiz
Doelen
Aan het einde van de paragraaf kun je:
Uitleggen wat het verschil is tussen gasdruk en luchtdruk
Uitleggen wat de gasdruk is in een voorwerp aan de hand van een manometer
Uitleggen wat overdruk is
Rekenen met de wet van Boyle
Slide 6 - Slide
1 hPa = 1 mbar
1000 hPa = 1000 mbar = 1 bar (= 1 atmosfeer)
Dus de luchtdruk = 1 bar
Slide 7 - Slide
Lucht samenpersen
Gasdruk
Bijvoorbeeld met compressor
Meten met een manometer
Slide 8 - Slide
Manometer
Compressor pompt de lucht in een fles.
Met een manometer lees je het drukverschil af.
Slide 9 - Slide
Manometer
Luchtdruk meet je met een barometer.
Gasdruk meet je met een manometer
(je meet het VERSCHIL met de gewone luchtdruk van 1 bar).
Slide 10 - Slide
Luchtdruk meten we met een ... ?
A
Momentmeter
B
Barometer
C
Manometer
D
Thermometer
Slide 11 - Quiz
Overdruk/onderdruk
Het aantal bar dat de gasdruk hoger is dan de luchtdruk
Overdruk is hoeveel de druk meer is dan de luchtdruk (dus wat de manometer aangeeft min één).
Onderdruk is hoeveel de druk minder is dan de luchtdruk
Slide 12 - Slide
Samenpersen
samenpersen = het volume (de ruimte) kleiner maken
de druk wordt dan groter
REGEL:
Als het volume 2x zo klein wordt,
dan wordt de druk 2x zo groot
WET VAN BOYLE
Slide 13 - Slide
Wet van Boyle
Wanneer je het volume (n) keer zo klein maakt
Neemt de druk met een factor (n) toe
p1 · V1 = p2 · V2
Slide 14 - Slide
Rekenen met de wet van Boyle
Manier 1: volume x druk vóór = volume x druk ná
Manier 2: Kijk hoeveel keer de druk of het volume groter of kleiner wordt. Datzelfde getal gebruik je voor het uitrekenen van het ontbrekende getal (LET OP KEER OF DELEN!!).