Stepping Stones unit 3 uitleg a, an en the

Articles
A = een
An = een
The = de/het
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Articles
A = een
An = een
The = de/het

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je 'a' of 'an'?
* Als het niet iets specifieks is => 
bv "I saw a dog"
bv "We looked at an elephant"
(het maakt niet uit welke hond of welke olifant) 

Slide 2 - Slide

Maar hoe weet je of het 'a' of 'an'is?
a= als het volgende woord begint met  een medeklinkerklank. Dus b,d,f,g,h,j,k etc. 
Bv I read a book=> book begint met een 'b' en die hoor je ook

Slide 3 - Slide

Maar hoe weet je of het 'a' of 'an'is?
an= als het volgende woord begint met  een klinkerklank. Dus a,e,i,o,u. 
Bv I read an English book=> English begint met een 'e' en die hoor je ook

Slide 4 - Slide

Maar hoezo gaat het om een klank? 
We hebben het steeds over klank. "Medeklinkerklank" en "Klinkerklank". Wat bedoelen we daarmee? Waarom kunnen we niet gewoon kijken naar de letter waarmee het volgende woord begint en dan besluiten of we 'a' of 'an' moeten gebruiken?

Slide 5 - Slide

Medeklinkerklank
Medeklinkers zijn bv: b,c,j,k,l,m,r,s etc. 
Meestal is het heel duidelijk dat het om een medeklinker gaat en dat je dus 'a' moet gebruiken. 
Kijk maar: 
She drives ....................... sportscar
Sportscar begint met een 's', dat is een medeklinker, klinkt ook als een 's' en dus is het makkelijk => a sportscar 

Slide 6 - Slide

Medeklinkerklank
Maar soms hebben we te maken met een uitzondering. Dan staat er wel een medeklinker maar als je het woord uitspreekt hoor je die niet
Kijk maar: 
We have waited for  ....................... hour
hour begint met een 'h', maar die hoor je niet als je het woord uitspreekt. Wat is dan het goede antwoord? => an hour

Slide 7 - Slide

Klinkerklank 
Klinkers zijn: a,e,i,o,u. 
Meestal is het heel duidelijk dat het om een klinker gaat en dat je dus 'an' moet gebruiken.
Kijk maar:
I love eating ....................... apple
apple begint met een 'a', dat is een klinker, klinkt ook al een 'a' en dus is het makkelijk => an apple 

Slide 8 - Slide

Klinkerklank
Maar soms hebben we te maken met een uitzondering. Dan staat er wel een klinker maar als je het woord uitspreekt hoor je die niet
Kijk maar: 
She studied at ....................... university
university begint met een 'u', maar als je het woord uitspreek hoor je 'ju'. Wat is dan het goede antwoord? => a university

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je 'the'?
* Als het iets specifieks is => 
bv "I saw the big, brown dog I am afraid of"
*Als er maar één van is => 
bv "She is the Queen of England"


Slide 10 - Slide

Choose between A, an and the

Slide 11 - Slide

Some people call a certain type of English: ................. Queen's English
A
the
B
a
C
an

Slide 12 - Quiz

The Queen's English
Er is maar één koningin dus het is hier 'the' 

Slide 13 - Slide

But when you travel to ................. English speaking country,
A
the
B
a
C
an

Slide 14 - Quiz

An English speaking country
Het gaat om een land waar ze Engels spreken, het zijn er meer dan één en ze bedoelen niet persé één specifiek land (bijvoorbeeld Australië, Engeland, Ierland etc) 
An=> want het volgende woord begint met een 'e' en die hoor je ook 

Slide 15 - Slide

you may come across accents you've never heard before. Australian English is more than just .....................accent though
A
the
B
a
C
an

Slide 16 - Quiz

An accent
het gaat niet om iets specifieks, "meer dan alleen maar een accent"

En "an" omdat het volgende woord met een klinkerklank begint => a

Slide 17 - Slide

It is ....................... lot like British English, but it is full of hilarious 'slang'
A
the
B
a
C
an

Slide 18 - Quiz

a lot
dit is een vaste combinatie in het Engels die jullie al geleerd hebben (quantifier) => a lot = veel 

En 'a' omdat het volgende woord met een medeklinkerklank begint => l 

Slide 19 - Slide

and can sound like .................. different language
A
the
B
a
C
an

Slide 20 - Quiz

a different language
geen specifieke taal, maar een andere taal dus 'a'

en 'a' omdat het volgende woord met een medeklinkerklank begint => 'd'

Slide 21 - Slide

If you want to learn how to speak Australian English, ................. useful tip would be to sound as lazy as possible
A
the
B
a
C
an

Slide 22 - Quiz

a useful tip
geen specifieke tip, maar een bruikbare tip dus  'a'
LET OP:!!!
en 'a' omdat het volgende woord met een medeklinkerklank begint => 'U klink hier als 'ju'

Slide 23 - Slide

Say ..................... words slowly and make them sound extra long.
A
the
B
a
C
an

Slide 24 - Quiz

the words
de woorden is meervoud dus dan kan 'a' en 'an' sowieso niet

Je zegt in het Nederlands ook niet: 'een woorden'


Slide 25 - Slide

Australians tend to shorten most words in ................. English vocabulary
A
the
B
a
C
an

Slide 26 - Quiz

the English vocabulary
het gaat hier om specifieke woorden, namelijk uit de Engelse taal dus 'the' 


Slide 27 - Slide