Een lapbook

Thema: Water
Een lapbook
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 270 min

Items in this lesson

Thema: Water
Een lapbook

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Woordweb
Jullie hebben het filmpje over Nederland waterland bekeken. Bekijk nu ook de foto's op de volgende slides goed. Je gaat hierna een woordweb maken bij het thema Water.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Water

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

§ 2 woordweb (blz. 106)


Lees samen tekst 1: 
Nederland waterland

Slide 10 - Slide

ingepolderd (al. 3)
waterschap (al. 5)
droogmakerijen (al. 3)
terpen (al. 1
deltagebied (al. 2)
inklinken (al. 2)
gebied met veel rivieren
gebied ontstaat doordat er dijken omheen gebouwd worden
gebied ontstaan doordat het drooggemaakt is
het naar beneden zakken van grond doordat het heel droog is
organisatie die ervoor zorgt dat Nederland veilig is voor water
woonheuvel om wateroverlast te voorkomen

Slide 11 - Drag question

Vul het woordweb nu aan met onderwerpen die we nog net aan bod hebben laten komen in het vorige woordweb
Water

Slide 12 - Mind map

Waarom wordt Nederland 'waterland' genoemd denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

Rotterdam en Dordrecht zijn ontstaan in de middeleeuwen en liggen vlak bij een grote rivier. Noteer een reden uit de tekst waarom Rotterdam en Dordrecht waarschijnlijk daar ontstaan zijn.

Slide 14 - Open question

Noteer minimaal drie manieren waarop Nederland zich door de geschiedenis heen beschermd heeft tegen water.

Slide 15 - Open question

Wat is er zo bijzonder aan de provincie Flevoland?

Slide 16 - Open question

Kies het juiste synoniem voor 'tragedie' (al. 4).
A
gevaar
B
watersnoodramp
C
ramp
D
verhaal uit de geschiedenis

Slide 17 - Quiz

Hoe zou je Nederland veiliger kunnen maken tegen water?

Slide 18 - Open question


Tekst 2 en 3 van § 2 

Je kunt in je eigen tijd tekst 2 en 3 lezen 
(blz. 108 en 109). 
Bij deze teksten kun je 
ook vragen maken. 
Dit is eventueel een goede oefening
voor de toets in de toetsweek.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Schrijf de volgende zin in je eigen woorden op:
Niemand zal in twijfel trekken, dat Nederland een waterland is.

Slide 21 - Open question



Klassikaal:
Welke delen zou je zelf niet gebruiken in een verslag? 

Slide 22 - Slide

Tekst 2, blz. 115
We lezen tekst 2. Iedereen herschrijft één alinea. Je schrijft dit in je schrift. De docent verdeelt de alinea's onder de leerlingen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide