MCAWIS mavo 4 dt2 week1 h5 tijd en snelheid les1+2
Welkom in deeltaak 2: Hoofdstuk 5 en 4
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom in deeltaak 2: Hoofdstuk 5 en 4
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 5: rekenen
Slide 2 - Slide
in deze les leer je....
....rekenen met tijd
....rekenen met snelheid
Slide 3 - Slide
Schattingsregels voor in je schrift:
- Hoogte van een verdieping: 3 meter
- Stevig doorlopen: 6 km/u
- Wandelen 4/5 km/u
- Snelheid fietsen: 18 km/u
- Maten van een deur: 1 bij 2 meter.
- Lengte volwassene: 1,80 m
- Grote stap: 1 meter
Schrijf altijd op wat je schatting/aanname is, daarna de berekening die je ermee maakt en als laatste het antwoord! b.v.: Jan loopt 1 km naar de winkel. Schatting: hij loopt 4 km/uur loopt. 60 (minuten) gedeeld door 4 = 15. Hij doet er ongeveer 15 minuten over.
Slide 4 - Slide
rekenen met eenheden van tijd
voorbeeld:
27,4 uren is
1 dag (27,4 - 24 = 3,4)
3 uren ( 3,4 - 3 = 0,4)
24 minuten (0,4 x 60 = 24)
Slide 5 - Slide
eenheden van tijd
millennium = 1000 jaren
eeuw = 100 jaren
decennium = 10 jaren
1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden= 365 dagen
1 kwartaal = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 uur = 60 minuten
1 minuut = 60 seconden
Slide 6 - Slide
eenheden van snelheid
kilometer per uur (km/u)
meter per seconde (m/s)
km/u = m/s x 3,6
m/s = km/u : 3,6
Slide 7 - Slide
Hoeveel km/uur is 15 m/s?
Als je snelheden wilt omrekenen van m/s naar km/uur en andersom kun je dat het beste doen door een verhoudingstabel te tekenen met daarin meters en secondes. Hierbij moet je onthouden dat een kilometer 1000 meter is en 1 uur 3600 seconden!
Je begint met het invullen van wat je weet (boven 15 en onder 1), daarna moet je van 1 seconde 3600 maken en dan zie je dat er 54000 meter uitkomt. 54000 : 1000 = 54, dus 15 m/s is 54 km/uur
(Uiteindelijk doe je 15 x 3,6 = 54)
Slide 8 - Slide
Hoeveel m/s is 38 km/uur?
Als eerste moet je van 38 km eerst meters maken (x1000). Een uur is 3600 seconden. Als je daarna 38000 deelt door 3600 krijg je als antwoord 10,56 m/s.
(uiteindelijk doe je 38 : 3,6 = 10,56)
Slide 9 - Slide
Deze week:
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Deze week:
STILTEBLOK 10 min
Daarna werktijd met overleg
timer
10:00
Slide 11 - Slide
https:
Slide 12 - Link
Les 2
Video TED Talk
Quizvragen over leerstof van deze week
WDA 2e kamer
Werktijd
Slide 13 - Slide
Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 14 - Quiz
Is schatten hetzelfde als gokken
A
Ja, want het is hetzelfde
B
ja, want bij beide is het niet nauwkeurig
C
Nee , want bij schatten moet je ook rekenen
D
Nee, want bij gokken moet je rekenen
Slide 15 - Quiz
Wat is hier de grootheid? tijd in dagen
A
tijd
B
dagen
Slide 16 - Quiz
Wat is hier de eenheidheid? tijd in seconden
A
tijd
B
sec
Slide 17 - Quiz
km/uur en m/s zijn eenheden van
A
tijd
B
gewicht
C
snelheid
D
inhoud
Slide 18 - Quiz
Hoeveel sec zitten er in een uur?
Slide 19 - Open question
Hoeveel meter zitten er in een km?
Slide 20 - Open question
Snelheid omrekenen 12 km/uur --> ? m/s
A
43,2
B
43200
C
3,33
D
0,0033
Slide 21 - Quiz
Wat is de snelheid van een auto in m/s bij een snelheid van 72 km/u? (alleen getal)
Slide 22 - Open question
Wat is de snelheid van een fiets in km/u? (alleen getal)
Slide 23 - Open question
Hoe bereken je de inhoud van een balk?
Slide 24 - Open question
Hoe bereken je de oppervlakte van een driehoek?
Slide 25 - Open question
Hoeveel m/s is 38 km/uur?
Als eerste moet je van 38 km eerst meters maken (x1000). Een uur is 3600 seconden. Als je daarna 38000 deelt door 3600 krijg je als antwoord 10,56 m/s.