Grammatica Woordsoorten H.2 bijvoeglijk naamwoord

H. 2 Grammatica woordsoorten

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H. 2 Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Doel: aan het eind van de les.....
  • Kan ik bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
  • Weet ik wat stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn.

Slide 2 - Slide

Nog even wat kennis herhalen...

Slide 3 - Slide

Wat is een 'fiets' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

aaaaaaaahhhhhhhh.......

Slide 5 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
• Alle woorden waar je 'de', 'het' en 'een' voor kunt zetten 
• Mensen, namen, dieren, dingen, plaatsnamen, etc. 
 • Je kunt het er een verkleinwoord van maken, huis-huisje, kameraad-kameraadje enz.
* Een zn heeft meestal een enkelvoud en een meervoud: huis-huizen, kameraad- kameraden enz.

Slide 6 - Slide

Wat is 'de' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 7 - Quiz

Wat is 'het' in deze zin:
Het hondje ging braaf met zijn baasje mee.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van deze

Slide 8 - Quiz

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quiz

Het gaat goed....!!!!

Slide 10 - Slide

 H2 Grammatica woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord.
Bv. 'Wat een spannende film.' 
Spannende vertelt iets over het ZN film.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
Zegt van welke stof iets gemaakt is.
Bv. 'Een zilveren armband.'  

Slide 11 - Slide

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
voetbal
B
boomstam
C
roze
D
peren

Slide 12 - Quiz

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 13 - Drag question

 H2 Grammatica
Een bijvoeglijk naamwoord (bn):
- Staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord. Soms staat het achter het zn. "De film is mooi en beroemd".
- Heeft vaak een korte en een lange vorm. Bv. sterk/sterke, droog/droge, gek/gekke.
- Kent de 'trappen van vergelijking. Bv. gaaf-gaver-gaafst.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord heeft maar één vorm. 
en eindigt vaak op -en. Bv. koperen, houten. Gouden oorbellen, plastic zonnebril enz.
Het staat altijd vóór het zn.
Heeft géén trappen van vergelijking.

Sommige bn zijn gemaakt van een werkwoord. VOORBEELD: Het kussende paar, Het gekuste meisje, Een gebroken hart.......

Slide 14 - Slide

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 15 - Drag question

Opdracht deze les
- H2 grammatica: bijvoeglijk naamwoord 

ONLINE

Slide 16 - Slide

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Huiswerk
Grammatica woordsoorten H2: 
Bijvoeglijk naamwoord





Slide 18 - Slide