H3 + H4 Verbanden en signaalwoorden

Legenda
  • Theorie

Verbanden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Legenda
  • Theorie

Verbanden

Slide 1 - Slide

Inhoud
Deze les herhalen we het volgende:
wat zijn tekstverbanden;
hoe kun je tekstverbanden herkennen;
de tekstverbanden: opsomming en tegenstelling.

Nieuwe verbanden:
voorbeeld en oorzaak - gevolg

Slide 2 - Slide

Tekstverbanden
Een tekstverband geeft de 'relatie' aan van het ene stukje tekst met het andere stukje.
Met andere woorden: wat het ene stukje tekst met de andere te maken heeft.

Met behulp van signaalwoorden kan je benoemen wat die relatie is.

Je moet nu de volgende  tekstverbanden kunnen herkennen:

- Opsomming
- Tegenstelling
- Voorbeeld
- Oorzaak-gevolg


Slide 3 - Slide

De opsomming
Het tekstverband opsomming herken je aan de woorden:

- Ten eerste, ten tweede, ten derde 
- Om te beginnen
- Ook (nog)
- Verder
- Ten slotte
- En

Maar ook aan de opsommingstekens.

Slide 4 - Slide

Voorbeeldzinnen
In mijn boekentas zitten werkboeken, schriften, pennen en een geodriehoek. 

Ik heb vandaag gewerkt en ook nog gesport. Ook ben ik naar de winkel geweest en heb ik boodschappen gedaan.

Slide 5 - Slide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor de opsomming.

Slide 6 - Open question

De tegenstelling
Het tekstverband tegenstelling herken je aan de woorden:

- Tegenover 
- Maar
- Hoewel
- Echter
- Toch
- Aan de ene kant .... aan de andere kant



Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Ik zou wel op vakantie willen, maar ik heb nu geen geld.

Veel jongeren zijn digitaal handig. Aan de ene kant is dat een fijne ontwikkeling. Aan de andere kant zorgt het ook voor verslaving.

Slide 8 - Slide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor de tegenstelling.

Slide 9 - Open question

Het voorbeeld
Het tekstverband voorbeeld herken je aan de woorden:

- Bijvoorbeeld
- Zo
- Zoals
- Denk aan
- Neem nou
- Onder andere



Slide 10 - Slide

Voorbeeldzinnen
Op de middelbare school krijg je moeilijke vakken, zoals wiskunde.

Sommige docenten zijn heel leuk. Neem nou mevrouw Toledo. Die is soms best wel aardig.

Slide 11 - Slide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor het voorbeeld.

Slide 12 - Open question

Oorzaak-gevolg
Het tekstverband oorzaak-gevolg herken je aan de woorden:

- Daardoor
- Doordat
- De oorzaak hiervan is
- Waardoor
- Ten gevolge van



Slide 13 - Slide

Voorbeeldzinnen
Doordat ik niet geleerd had, haalde ik een onvoldoende.

De brug stond open. Hierdoor kwam ik te laat.

Slide 14 - Slide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor het verband oorzaak-gevolg.

Slide 15 - Open question

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband OPSOMMING. Controleer daarna je antwoord.

Slide 16 - Open question

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband VOORBEELD. Controleer daarna je antwoord.

Slide 17 - Open question

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband TEGENSTELLING. Controleer daarna je antwoord.

Slide 18 - Open question

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband OORZAAK-GEVOLG. Controleer daarna je antwoord.

Slide 19 - Open question

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
echter
zo
maar
denk aan
zoals
ook
onder andere
hoewel

Slide 20 - Drag question

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Opsomming
neem nou
ten slotte
en
verder
daardoor
denk aan
onder andere
doordat

Slide 21 - Drag question

In onderstaande tekst zitten twee tekstverbanden. Welke 2 kan je vinden en aan welke signaalwoorden zie je dat?

Ik was moe en had nergens meer zin in. In mijn tas zaten boeken, maar die heb ik vandaag niet eens gebruikt. Ik vraag me af waarom ik dit elke dag moet meenemen.

Slide 22 - Open question

In onderstaande tekst zitten drie tekstverbanden. Welke 3 kan je vinden en aan welke signaalwoorden zie je dat?

Ik zou wel willen dat het zomer is. De winter is echter nog niet eens begonnen. Ik hou van de zon, de zee, het strand en lange warme zomeravonden. De winter is vreselijk. Neem nou die korte dagen. Dat vindt niemand toch fijn?

Slide 23 - Open question

Einde 
Van dit onderdeel

Slide 24 - Slide