Lees het volgende fragment uit Candide:
Toen ze dichterbij kwamen, zagen ze een neger op de grond liggen, die maar de helft van zijn kleren aanhad, namelijk een blauw linnen onderbroek. De arme man miste zijn linkerbeen en rechterhand. ‘Ach God! Wat doe je hier in deze ellendige toestand, vriend?’ ‘Ik wacht op mijn meester meneer Vanderdendur(…)’ ‘Heeft je meester je zo toegetakeld’, vroeg Candide. ‘Ja meneer, dat is hier de gewoonte.’
Wat zegt dit fragment over de behandeling van de tot slaafgemaakten en hoe verklaar je de reactie van de slaafgemaakte?