Week 22 dif

Differentiatie-uur Nederlands
Dinsdag 1 juni
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Differentiatie-uur Nederlands
Dinsdag 1 juni

Slide 1 - Slide

Planning 
schrijfopdracht 3
boekopdracht 4
toets Over Taal en Woordenschat
toets begrijpend lezen
portfoliocijfer (alle O/V/G)

Slide 2 - Slide

Over Taal en Woordenschat
samenstellingen
verwijswoorden
voor- en achtervoegsels
woordkeuze en woordgevoel
schooltaalwoorden
woorden uit de media
woordraadstrategie

Slide 3 - Slide

Samenstellingen en afleidingen 
Samenstelling: regen + jas  > regenjas

Afleiding: jas + je > jasje

Slide 4 - Slide

Geef een voorbeeld van een samenstelling.

Slide 5 - Open question

Geef een voorbeeld van een afleiding.

Slide 6 - Open question

Verwijswoorden
Je verwijst naar iets dat al is genoemd of nog genoemd wordt.


Anne vervangt elke drie jaar haar fiets. 

Slide 7 - Slide

Ik heb gepraat met de jongen ... daar loopt.

Slide 8 - Open question

Gevoelswaarde
'baby'
Je gedraagt je als een baby!   (negatief)
Wat een lieve baby!  (positief)
Daar ligt een baby.  (neutraal)

Slide 9 - Slide

Woordraadstrategie
Zoek een synoniem.
Zoek een antoniem.
Zoek naar een beschrijving in de tekst.
Kijk naar de delen waaruit een woord is opgebouwd.
Zoek een voorbeeld in de tekst.
Kijk naar afbeeldingen bij de tekst.
Zoek de betekenis op in een woordenboek.

Slide 10 - Slide

Wat betekent het als iemand de kat uit de boom kijkt?

Slide 11 - Open question

Wat betekent 'Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel?'

Slide 12 - Open question

Boekopdracht 4
Spanning in een boek
Realistisch of niet?

Slide 13 - Slide

Hoe kan de schrijver van een boek voor spanning zorgen?

Slide 14 - Open question

Wat is 'realistisch'?

Slide 15 - Open question

'Achtste groepers huilen niet' is...
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 16 - Quiz