Ziel: Du weißt, wie man Adjektive in der 0-Gruppe benutzt.
Aufbau der Stunde: Du wiederholst zuerst die Wörter aus diesem Kapitel. Danach lernst du, welche Endungen die Adjektive in der 0-Gruppe haben.
Du brauchst: diese Präsentation und dein Arbeitsbuch
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Na Klar, Kapitel 3, Lektion 4: Adjektive
Ziel: Du weißt, wie man Adjektive in der 0-Gruppe benutzt.
Aufbau der Stunde: Du wiederholst zuerst die Wörter aus diesem Kapitel. Danach lernst du, welche Endungen die Adjektive in der 0-Gruppe haben.
Du brauchst: diese Präsentation und dein Arbeitsbuch
Slide 1 - Slide
Wiederholung: Wortschatz
Als Hausaufgabe hast du die Wörter aus Kapitel 3, Lektion 4 gelernt.
Mache die Aufgaben auf den nächsten Seiten.
Slide 2 - Slide
Er arbeitet .... bei der freiwilligen Feuerwehr.
A
ehrenamtlich
B
krank
C
gespendet
D
schmerzend
Slide 3 - Quiz
Hast du meine E-Mail ...?
A
beraten
B
prüfen
C
empfangen
D
geschmerzt
Slide 4 - Quiz
Dieses ... hilft gegen Corona!
A
Praxis
B
Einzelheit
C
Stichwort
D
Medikament
Slide 5 - Quiz
Es gibt für jedes Problem eine ...
A
Lösung.
B
Beschwerde.
C
Daten
D
Spende.
Slide 6 - Quiz
Grammatik: Adjektive
We gaan nu herhalen, welke uitgangen bijvoeglijke naamwoorden in het Duits krijgen.
Ook gaan we leren welke uitgangen bijvoeglijke naamwoorden in de de 0-Gruppe (of: Nichts-Gruppe) krijgen. Dit is een nieuw onderwerp!
Voorbeeld: Er ist ein netter Mann.
ein-groep bijv. nw. (m)
Slide 7 - Slide
Uitgangen bijvoeglijk naamwoord
1. Lees het uitleg over het bijvoeglijk naamwoord op pagina 129 in je boek. Het stukje over de der-Gruppe en de ein-Gruppe ken je al. Het staat ook op je naamvallenstencil. Het stukje over de 0-Gruppe ken je nog niet.
2. Bekijk de uitlegvideo op de volgende slide.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Leg uit: Wat is de 0-Gruppe / Nichts-Gruppe?
Slide 10 - Open question
Leg uit: Welke uitgangen krijgen bijvoeglijke naamwoorden in de 0-Gruppe?
Slide 11 - Open question
Üben, üben, üben
Übe jetzt die Adjektivendungen. Mache bei Na Klar online, Kapitel 3, Paragraf 3.4 die folgenden Aufgaben: 48+49.