PERSONAGES | Les 1 Introductie personage

BLOK 4 LES 1 | PERSONAGES 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

BLOK 4 LES 1 | PERSONAGES 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Slide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan wij dit lesblok leren? (6)
- Verhaal: Waarom zijn personages belangrijk?
- Vormgeving: Hoe breng je een personage tot leven (in fysiek, mimiek en in stem)?
- Inleving: Waardoor kan ik me inleven in een personage of met een personage meeleven?  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een personage?
Een persoon en/of rol die door een acteur wordt gespeeld.

Waar moet een personage aan voldoen?
  • Uniek en identificeerbaar
  • Fysieke en emotionele eigenschappen
  • Doel en motief (achtergrond)
  • Draagt bij aan verhaal en conflict

Slide 4 - Slide

Uniek en Identificeerbaarheid:
Een personage in theater moet uniek en identificeerbaar zijn, zodat het publiek hen kan onderscheiden van andere personages. Dit kan worden bereikt door middel van specifieke eigenschappen, kenmerken of gedragingen.

Fysieke en Emotionele Dimensie:
Personages moeten zowel fysieke als emotionele dimensies hebben. Dit betekent dat acteurs aandacht moeten besteden aan zowel de uiterlijke verschijning als de innerlijke emoties en gedachten van het personage.

Doel en Motivatie:
Elk personage moet een duidelijk doel en motivatie hebben binnen het verhaal. Dit stelt acteurs in staat om geloofwaardige acties uit te voeren en maakt het voor het publiek gemakkelijker om zich in te leven in het personage.
Het begrijpen van het achtergrondverhaal van een personage is essentieel om hun motieven en reacties te begrijpen. Het helpt ook bij het creëren van geloofwaardige en diepgaande personages.

Conflict en Verandering:
Personages dragen bij aan het conflict in het verhaal en ondergaan vaak veranderingen in hun persoonlijke ontwikkeling. Dit draagt bij aan de dynamiek en de emotionele impact van het theaterstuk.
Welke personages ken jij? 






Waaraan herken jij het personage? Wat spreekt jou aan?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Transformatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fysieke transformatie
Van jezelf transformeren naar een personage:

  • Fysiek: Hoe beweegt dit personage zich?

  • Mimiek: Hoe kijkt dit personage, wat vindt ie?

  • Stem: Hoe klinkt en/of spreekt dit personage? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Warming-Up: Personage marathon
  • Begin met je rug naar je tweetal. Verzin een personage die goed bij de hoed past.
  • Op teken draai je om en transformeer je naar je personage.
  • Je stelt je voor met het volgende:
    - Nieuwe naam en leeftijd.
    - Wat je wel/niet leuk vind als personage. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Speloefening: Catwalk
  • Bedenk een personage die past bij de hoed.
  • Hoe beweegt, kijkt en klinkt dit personage?
  • Loop over de catwalk en stel je voor met je..:
    - Voor en achternaam.
    - Hobby.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Speloefening:
Catwalk
  • Fysieke transformatie naar je personage, die past bij de hoed. Hoe beweegt, kijkt en klinkt dit personage?

  • Loop over de catwalk en sta stil in 1 duidelijke houding, die kenmerkend is voor je personage.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 1

Waarom is het belangrijk om een personage fysiek te maken? 

  • Zodat het voor het publiek duidelijk is wie je bent, zonder dat dat gezegd hoeft te worden. (Tot leven brengen).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions