1KM L8 H1 woordenschat/ H2 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Nieuw Nederlands
  
• Leesboek
• Woordenboek
• Schrift of collegeblok
• Pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Huiswerk bespreken
• Theorie
• Zelfstandig werken
• Synoniemenquiz
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan synoniemen van onbekende woorden vinden in de tekst.
• Ik weet wat alinea's zijn.
• Ik kan bepalen waar een alinea over gaat.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Bespreken opdracht 5 t/m 8 blz. 25

• Kijk met een andere kleur pen na.
• Zet een krul als het antwoord goed is.
• Is het fout? Zet een kruisje en daarachter het juiste antwoord.

Opdracht 5

Opdracht 6

1. functioneert

2. onderzoekt

3. gepresteerd

4. verschijnt

5. vermoedt

6. gevormd

Opdracht 7

eigen antwoorden, bijvoorbeeld:

1. Let er bij het nakijken op dat de antwoorden exact hetzelfde zijn als in het antwoordmodel.

2. De relatie tussen de twee alinea’s is lastig te vinden.

3. Het tekort aan slaapplaatsen voor vluchtelingen is een groot probleem.

4. Ik heb dringend een andere fiets nodig, want mijn fiets rammelt aan alle kanten.

5. Dat iedereen nu met een respectarmbandje loopt, is geen nieuw verschijnsel.

6. Je hoeft niet zo verbaasd te zijn als ik een intelligente opmerking maak.

Opdracht 8

eigen antwoorden, bijvoorbeeld:

1. schoolplein – leerlingenkletsplek

2. prullenbak – troepemmer

3. hartsvriendin – topmaatje

4. onvoldoende – baalbeoordeling

5. klassenvertegenwoordiger – klassenregelaar, leerlingzakenregelaar

6. selfie – ikfoto

Theorie: Alinea's

Wat is een alinea? 

Theorie: Alinea's

De tekst is verdeeld in stukjes.
Die stukjes noem je alinea's. 
Hoe herken je alinea's?
          Soms springt de zin van de volgende alinea een beetje in.

Soms is er een regel tussen twee alinea's overgeslagen. 

Theorie: Alinea's

Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp.

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea. 

Zelfstandig werken

Maak de startopdracht en opdracht 1 en 2 op blz. 38 t/m 40
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Maak opdracht 3 OF Ga lezen in je leesboek

Wat is een synoniem voor absent?

1. Ziek
2. Verstuurd
3. Afwezig
4. Ongelukkig

Wat is een synoniem voor aansteken?

1. Vuur
2. Besmetten
3. Nadoen
4. Proberen

Wat is een synoniem voor vermoedelijk?

1. Gezellig
2. Heldhaftig
3. Interessant
4. Waarschijnlijk

Wat is een synoniem voor studies?

1. Onderzoeken
2. Boeken
3. Opdrachten
4. Universiteiten

Wat is een synoniem voor imiteren?

1. Vervelend doen
2. Veranderen
3. Tot rust komen
4. Nadoen

Wat is een synoniem voor intelligent?

1. Dom
2. Vatbaar
3. Slim
4. Vreemd

Wat is een synoniem voor leerlingen?

1. Kinderen
2. Scholieren
3. Klasgenoten
4. Kletsers

Wat is een synoniem voor relatie?

1. Verband
2. Gevoelens
3. Emoties
4. Verplichting

Wat is een synoniem voor precies?

1. Uitgebreid
2. Exact
3. Ongetwijfeld
4. Totaal

Wat is een synoniem voor dringend?

1. Haast
2. Problemen
3. Tekort
4. Snel

Wat is een synoniem voor maken?

1. Hebben
2. Krijgen
3. Produceren
4. Armbandjes

Welk synoniem heb je geleerd voor emoties?

Welk synoniem heb je geleerd voor ongetwijfeld?

Welk synoniem heb je geleerd voor opschrijven?

Welk synoniem heb je geleerd voor tekort?

Wat is een synoniem?

Rustig samenwerken

Maak de startopdracht en opdracht 1 t/m 4 op blz. 38 t/m 40
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Maak opdracht 5 OF Ga lezen in je leesboek

Huiswerk

Datum:
Woensdag 23  september

Maken:

Hoofdstuk 2 Lezen (blz. 38/39)
 Maak opdracht 1 en 2 

Lesdoelen

• Ik kan synoniemen van onbekende woorden vinden in de tekst.
• Ik weet wat alinea's zijn.
• Ik kan bepalen waar een alinea over gaat.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?