This lesson contains 23 slides, with text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Ik weet dat de nieuwe woorden over omgeving en milieu betekenen.
Slide 2 - Slide
Onderstreep de woorden in de leestekst.
Onderstreep de woorden in de leestekst.
Slide 3 - Slide
het broeikaseffect
het minder goed weg kunnen van de warmte van de zon, waardoor het weer verandert.
Het broeikaseffect ontstaat, omdat CO2 en andere gassen een beschermende laag vormen om de aarde. Ze laten de verwarmende stralen van de zon door, maar houden een deel van de warmte vast.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
de duurzame energiebron
(twee duurzame energiebronnen)
een bron die energie opwekt uit dingen die niet op kunnen raken, bijvoorbeeld zon of wind.
Windmolens zijn een duurzame energiebron.
Slide 6 - Slide
de fossiele brandstof
(twee fossiele brand- stoffen)
een brandstof die uit de aarde wordt gehaald, zoals olie en aardgas.
Het grootste deel van de energie die huishoudens gebruiken voor stroom, verwarming en vervoer is afkomstig uit fossiele bronnen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
de groene energie
duurzaam opgewekte energie, bijvoorbeeld door water, zon of wind.
Wij moeten meer groene energie gaan gebruiken, dat is goed voor het milieu.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
de kernenergie
energie die opgewekt wordt uit de grondstof uranium.
Kernenergie heeft veel voordelen, want het stoot geen CO2 uit. Kernenergie heeft ook nadelen. Welke zijn dat?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
de klimaatverandering
( twee klimaatveranderingen)
het veranderen van het weer door milieuvervuiling.
Er is net een grote conferentie geweest over de klimaatverandering. Als wij niks veranderen heeft dat grote gevolgen.
Slide 13 - Slide
de waterenergie
energie die opgewekt wordt uit water, bijvoorbeeld door watermolens of stuwdammen.
Je kunt groene stroom maken met behulp van water. Deze waterenergie zorgt ervoor dat er stroom wordt opgewekt.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
de windenergie
energie die opgewekt wordt uit wind, bijvoorbeeld door windmolens.
Je kunt groene stroom ook maken met behulp van de wind. Deze windenergie zorgt ervoor dat er stroom wordt opgewekt.
Slide 16 - Slide
de zeespiegelstijging
het hoger komen te staan van het water van de zee door het smelten van ijs.
Door de klimaatverandering is de zeespiegelstijging een feit. Willen wij dit stoppen dan moeten wij veranderen.
Slide 17 - Slide
de zonne-energie
energie die opgewekt wordt door de zon, bijvoorbeeld door zonnepanelen
Zonnepanelen vangen de zonne-energie op. Deze zonne-energie wordt omgezet naar stroom.
Slide 18 - Slide
de zonnewarmte
de warmte van de stralen van de zon.
Zomers is de zonnewarmte groter dan in de winter.
Slide 19 - Slide
de elektrische stroom
(twee elektrische stromen)
de elektriciteit.
De elektische stroom kun je op verschillende manieren opwekken. Weet jij op welke manieren allemaal?