2HV Oefentoets SO Chapitre 2

2HV - Oefentoets

Chapitre 2, bron ABCD
1 / 47
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2HV - Oefentoets

Chapitre 2, bron ABCD

Slide 1 - Slide

Programme du jour
Oefenen voor de toets (a.s. woensdag)!

Na deze les...
- heb ik alle drie de onderdelen (woorden / zinnen / grammatica) geoefend voor de toets
- weet ik welke onderdelen ik al goed beheers en welke nog niet
- weet ik hoe ik mij verder kan voorbereiden op de toets

Slide 2 - Slide

Programme du jour

1) Oefenen CH2 Bron A/B/C/D: link Quizlet in Teams en SOM

2) Alle drie de onderdelen (zinnen/woorden/grammatica) klassikaal oefenen via LessonUp. 

3) Rest van de les: verder oefenen voor toets

Slide 3 - Slide

Programme du jour

1) Alle drie de onderdelen (zinnen/woorden/grammatica) klassikaal oefenen via LessonUp. 
2) Aan de hand van klassikale oefentoets: keuzemenu om te trainen voor proefwerk + tijd om vragen te stellen

Slide 4 - Slide

2HV - Oefentoets

Chapitre 2, bron ABCD

Nu eerst 15 min: leren
Daarna oefentoets
Link in SOM
Quizlet
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Zet in de juiste volgorde van een bezoek aan een terras
1
2
3
4
5
6
Un coca et un pizza, s'il vous plait.
Monsieur, l'addition s'il vous plait.
Bonjour!
De rien. Au revoir!
Monsieur, la carte s'il vous plait.
Merci et au revoir!

Slide 6 - Drag question

Nu: klassikale korte oefentoets
Pak je device er maar bij!

Je gaat in je browser naar lessonup.app (een website).
Je hoeft niet in te loggen / account aan te maken.
De code komt zo in beeld.

Slide 7 - Slide

1. Woorden

Slide 8 - Slide

chercher
l'oiseau
le lapin
le poisson
la poule
dormir
la vache

Slide 9 - Drag question

Choisis (kies):
Les couleurs de l'Argentine sont le bleu et le ________
A
blanc
B
noir

Slide 10 - Quiz

Choisis (kies):
_________! La France n'est plus le champion du monde :(
A
Quelle horreur
B
Heureusement

Slide 11 - Quiz

Choisis (kies):
Je vais _________. J'aime Minecraft.
A
aller en ville
B
jouer à console

Slide 12 - Quiz

Vertaal: la soeur jumelle

Slide 13 - Open question

Vertaal: casse-pied

Slide 14 - Open question

activités
famille
fils unique
regarder la télé
rigoler
frère jumeau
faire du sport
parents

Slide 15 - Drag question

Regarde l'image!

Slide 16 - Slide

Vertaal: anders

Slide 17 - Open question

Vertaal: andere

Slide 18 - Open question

2. Zinnen (phrases-clés)

Slide 19 - Slide

Zet in de juiste volgorde van een bezoek aan een terras
1
2
3
4
5
6
Un coca et un pizza, s'il vous plait.
Monsieur, l'addition s'il vous plait.
Bonjour!
De rien. Au revoir!
Monsieur, la carte s'il vous plait.
Merci et au revoir!

Slide 20 - Drag question

Hierna ga je zinnen vertalen
Let op: zet ook de punten/vraagtekens/uitroeptekens er bij!
Anders wordt het antwoord fout gerekend.

Slide 21 - Slide

Vertaal:
Heb je een dier?

Slide 22 - Open question

Vertaal:
Ja, ik heb een kat en een hamster.

Slide 23 - Open question

Vertaal:
Hoe heet hij?

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Hij heet Philip.

Slide 25 - Open question

3. Grammatica
Regelmatige werkwoorden vervoegen

Slide 26 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 27 - Slide

Doelen van deze les:
-We herhalen de vorm van het bijvoeglijk naamwoord
-Jullie leren de juiste plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Slide

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zij heeft echt een mooie auto!
B
Mijn vader werkt graag.
C
Wat loop jij snel!
D
Wil jij iets vragen?

Slide 29 - Quiz

VORM
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
grand
grande
meervoud
grands
grandes

Slide 30 - Slide

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Je suis une fille hollandaise.
B
Ma mère adore les fleurs.
C
Demain, nous allons faire du shopping.
D
J'ai oublié mes livres.

Slide 31 - Quiz

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une copine français.
B
Mon père a un vélo grises.
C
Nous avons une grands maison.
D
Elle a une petite soeur.

Slide 32 - Quiz

Regarde la vidéo sur Grandes Lignes

Slide 33 - Slide

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une petit soeur
B
Il a deux amis françaises
C
J'ai une amie hollandais
D
Il a un chien noir

Slide 34 - Quiz

Uitzonderingen!
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
enkelvoud
meervoud
goed
bon
bons
bonne
bonnes
mooi
beau
beaux
belle
belles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
oud
vieux
vieux
vieille
vieilles

Slide 35 - Slide

Zet het bijvoeglijk naamwoord "bon" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 36 - Open question

Welke zin is grammaticaal correct?
A
Nous avons une beau maison.
B
J'ai une belle voiture.
C
Il est un beaux garçon.
D
Ils ont un belle jardin.

Slide 37 - Quiz

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?

Slide 38 - Slide

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?
* In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd VOOR het zelfstandig naamwoord.
* In het Frans staat het er meestal juist ACHTER.

Slide 39 - Slide

Regarde la vidéo sur Grandes Lignes

Slide 40 - Slide

Welke zin klopt NIET?
A
Il a une table brune.
B
Elsa a un oncle espagnol.
C
J'ai une française copine.
D
Vous avez un vélo orange?

Slide 41 - Quiz

Uitzonderingen!
De volgende bijvoeglijk naamwoorden staat VOOR het zelfstandig naamwoord!

bon
un bon acteur
nouveau
les nouvelles chaussures
beau
la belle fille
petit
un petit garçon
grand
les grandes maisons
vieux
la vieille dame

Slide 42 - Slide

Welke zin is grammaticaal FOUT?
A
Des vieilles maisons
B
Les petites filles
C
Le livre beau
D
Le nouveau portable

Slide 43 - Quiz

Welke 6 Franse bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord??

Slide 44 - Open question

Einde van de oefentoets

Slide 45 - Slide

Nu: Oefen-keuzemenu
Bedenk voor jezelf op welk onderdeel van de oefentoets je nog meer moet oefenen. Dit doen wij tot ongeveer 14.05/14.10 uur. Kies uit:

  • Woorden?
    Dan ga je Slim Stampen (bron A, B) of leer in Quizlet (link in SOM hw)
  • Zinnen?
    Dan ga je Slim Stampen (bron C) of leer in Quizlet (link in SOM hw)
  • Grammatica?
    Bekijk nog eens de uitlegvideo's in GL online. Dan Slim Stampen (bron D).

Slide 46 - Slide

Wat ga jij nu doen?
A
Woorden leren in Slim Stampen/Quizlet
B
Zinnen leren in Slim Stampen/Quizlet
C
Grammatica leren in Slim Stampen + video's

Slide 47 - Quiz